'Armoede door miljardeninvesteringen energietransitie'

'Armoede door miljardeninvesteringen energietransitie'

De energietransitie dreigt huishoudens met lage tot modale inkomens diep in de portemonnee te raken.

Dat stelt Stichting Milieu, Wetenschap & Beleid (SMWB) op basis van een analyse van het SER Energieakkoord uit 2013. De directe en indirecte kosten van dat akkoord zullen voor een gezin van vier personen neerkomen op 1.600 euro in 2020. Tot aan 2038 bedragen die kosten 25.000 euro per vierpersoonsgezin.

Dat bedrag zal oplopen. De jaarlijkse uitgaven voor het Energieakkoord dalen weliswaar van 6 miljard in 2020 naar 3,8 miljard euro in 2030. Maar daar zal volgens een voorlopige schatting van het PBL nog 3 tot 4 miljard euro bij komen voor het Klimaatakkoord. Ook komt er nieuw beleid voor de Europese doelstelling van 32 procent duurzame energie in 2030. In totaal is in 2030 ongeveer 8 miljard euro per jaar gemoeid met maatregelen om de CO2-uitstoot te verlagen en de energievoorziening te verduurzamen, heeft SMWB becijferd.

De totale uitgaven aan het Energieakkoord bedragen volgens de stichting 107 miljard euro, waarvan 95 miljard euro vanaf 2013 en 12 miljard euro via een regeling die al sinds 2003 van kracht was. Het totaal is vier keer zo hoog als de gezamenlijke kosten van de Deltawerken, de Betuwelijn, de Hogesnelheidslijn (HSL), de Noord/Zuidlijn en de Joint Strike Fighter (samen ongeveer 28 miljard euro).

Armoede dreigt, stelt SMWB. Voor een modaal gezin is het vakantiegeld ongeveer het vrij besteedbare inkomen. Huishoudens met de laagste inkomens hebben op dit moment al een zeer laag vrij besteedbaar inkomen. Ze hebben het vakantiegeld bijna geheel nodig voor noodzakelijke uitgaven. Veel gezinnen zullen door de flinke stijging van hun energierekening dus waarschijnlijk in de financiële problemen komen. In Duitsland is dit al het geval en wordt het verschijnsel Energiearmut genoemd.

Die energiearmoede kan economische neergang veroorzaken, waarschuwt SMWB. Een daling van het besteedbaar inkomen van de gezinnen leidt tot een daling van de uitgaven aan vooral het mkb, de basis van onze economie, en tot problemen met de betaling van de huur en de energierekening. Hierdoor kan een neergaande spiraal in de economie in gang gezet worden.

De grootste kostenposten van het Energieakkoord zijn volgens SMWB de inpassing van duurzame energie in het energienetwerk (naar schatting ruim 19 miljard euro), elektriciteit uit biomassa (18 miljard euro), wind op zee (12 miljard euro) en wind op land (12 miljard euro). Van de 107 miljard euro wordt ongeveer een derde direct via de energierekening verrekend als Opslag Duurzame Energie (ODE) en netwerkkosten en een derde komt via belastingverhoging en hogere brandstofprijzen. Nog eens een derde komt indirect, via de hogere energierekening van het mkb en dus via hogere prijzen van producten en diensten.

Peter Hanff

Peter Hanff

Senior redacteur

Studeerde in 1994 af aan de Radboud Universiteit op de eisen voor landen om toe te mogen treden tot de eurozone. Volgt het monetair beleid sindsdien met argusogen. Werkte als journalist voor onder meer De Gelderlander en het Hoger Onderwijs Persbureau. Is sinds 2007 redacteur bij Vastgoedmarkt en heeft de portefeuille financieel.