Als het stof wat is neergedaald na de razend spannende finale vraagt Dionne Toenbreker, binnen het bestuur van NVM Business verantwoordelijk voor de sponsoring van de Young Talent Award (YTA), of de winnaar het bij drie losse ideeën laat of dat er ook een vervolg komt?
‘Zeker’, antwoordt Huub van Manen (34), manager projectontwikkeling bij Kroonenberg Groep, prompt. ‘Neem de VastgoedOlympics. Vlak na mijn pitch op Provada ben ik benaderd door een partij, waarvan ik de naam nog niet kan noemen, die een groot sportevenement voor de vastgoedsector wil organiseren. Zij hebben daarvoor het Olympisch Stadion al afgehuurd in mei 2026. ‘Of ik zin had om mee te denken?’ vroegen ze. Meteen ‘ja’ gezegd! Een beter imago van de sector begint met een betere uitstraling en sport laat de sector van haar beste kant zien.’
Een beter imago van de sector begint met een betere uitstraling en sport laat de sector van haar beste kant zien”
Wat hij zelf met sport heeft? ‘Heel veel! Zonder sport lukt het mentaal en fysiek niet. Ook sociaal is het belangrijk. Ik sport drie à vier keer per week’, klinkt het enthousiast. Van Manen hockeyde ook op topniveau voor het district team van Zuid-Holland en later in het Nederlands jeugdteam (A). Hij golft bovendien, neemt daarnaast graag deel aan sportieve uitdagingen zoals de Ironman 70.3, halve marathons en de Amsterdam City Swim.
Andere opzet
Voor het slotdebat van de YTA was dit jaar een andere opzet gekozen. In voorgaande edities stonden oplossingen voor vastgoedprojecten centraal. Nu moesten de finalisten hun visie geven op het imagoprobleem van de vastgoedsector en tenminste drie concrete actiepunten geven om dat snel te verbeteren. Als enige van de drie finalisten voldeed Van Manen volledig aan deze opdracht.
Zo hield de gedreven projectontwikkelaar een warm pleidooi voor meer transparantie in de sector, het optuigen van een jaarlijks sportevent, de VastgoedOlympics, en de samenstelling van een Top25 ranglijst van opstormend vrouwelijk vastgoedtalent. Van Manen wil zich met de Top25 lijst richten op veelbelovende vastgoedvrouwen tussen de 25 en 30 jaar. Hij hoopt zo ook de zichtbaarheid van vrouwen in de sector te verhogen, de instroom en doorstroom te verbeteren en te stimuleren dat meer vrouwen worden aangemeld door hun werkgever voor de YTA. Volgens hem ‘versterkt een goede genderbalans in de vastgoedsector aantoonbaar ‘de besluitvorming en het imago van de sector’.
Hij hoopt de lijst samen met Vastgoedmarkt en mogelijk ook NVM concreet vorm te kunnen geven. Dit jaar was de finale een hengstenbal met drie heren. Maar vorig jaar won het huidige YTA-jurylid Abigail van de Port als vijfde vrouw in de historie de felbegeerde award. De jaarlijkse YTA wordt sinds 2008 uitgereikt.

Apenrots
‘Een mooi idee’, oordeelt Toenbreker, binnen het NVM Business bestuur ook verantwoordelijk voor Young Professionals. Maar is Van Manen niet bang dat die Top25 bij een ‘symbolisch gebaar’ blijft, zonder dat het leidt tot meer vrouwen op belangrijke functies in het vastgoed? Daar heeft de enthousiaste projectontwikkelaar niet meteen een pasklaar antwoord op. Maar het zal in ieder geval wel leiden tot meer zichtbaarheid van vrouwelijk talent, betoogt hij gedreven. ‘Ik ben 100 procent zeker dat vrouwen net zoveel talent hebben! Alleen schreeuwen mannen wat harder op de apenrots.’ Aan het opleidingsniveau kan het volgens hem niet liggen, afgaande op zijn eigen observaties tijdens zijn studie aan de TU Delft. Vijftig tot zestig procent van zijn studiegenoten waren vrouw.
Werkt zo’n lijst van veelbelovende jonge vrouwen niet onbedoeld discriminerend? Worden vrouwen zo niet apart gezet? ‘De ene vrouw zal dit een goed idee vinden, de andere niet’, reageert Van Manen, zorgvuldig zijn woorden kiezend. ‘Maar je creeert zo een laag drempelig podium, wat vrouwelijk talent in haar kracht kan zetten en kan motiveren en ander talent kan inspireren. Het zal de sector zeker leuker en beter maken met meer vrouwen. Zelf zit ik bijvoorbeeld ook in veel ontwerpteams. En daar heerst toch een andere, prettigere dynamiek doordat er nu eenmaal behoorlijk veel vrouwelijke architecten zijn. In bouwteams zitten daarentegen voornamelijk mannen. Dat zijn echt verschillende werelden.’
Paplepel
Enthousiast, creatief, resultaatgericht met sterke passie voor architectuur en gebouwde omgeving. Zo omschrijft het 34-jarige vastgoedtalent van 2025 zichzelf. Liefde voor de architectuur is deze zoon én kleinzoon van een architect dan ook met de paplepel ingegoten. ‘Dat begon al op de basisschool. Als mijn vader aan de keukentafel zat te schetsen, dan pakte ik een vel papier en tekende ik ook een gebouw’, memoreert hij met een lachje.
Van Manen had natuurlijk ook gewoon architect kunnen worden. Aanschuiven bij Architectenbureau Van Manen in Noordwijk, het bureau van zijn vader, in 1967 door zijn opa en diens broer opgericht. Waarom is hij niet in dat gespreide bed gestapt? ‘Ik wil mijn eigen pad bewandelen’, licht hij zelfverzekerd toe. ‘Projectontwikkeling vind ik toch interessanter, omdat het een breder werkterrein beslaat. Zo heb je bijvoorbeeld veel meer met de financiële kant te maken, maar ook met gemeentes en het hele maatschappelijke draagvlak.’ Toch was het voor hem best een hele lastige keuze. ‘Ik heb er nooit spijt van gehad. Doorslaggevend was dat je ideeën ook realiteit worden. Ik zie graag tastbaar resultaat.’
Als mijn vader aan de keukentafel zat te schetsen, dan pakte ik een vel papier en tekende ik ook een gebouw”
Zodoende koos Van Manen in 2016, na een bachelor architectuur aan de TU Delft, voor een Master Management in the Built Environment. En in 2018, nog voor de formele afronding van zijn master thesis, was hij al in dienst getreden bij zijn huidige werkgever, Kroonenberg Groep. Bij het bedrijf van Lesley Bamberger, door Vastgoedmarkt in 2013 uitgeroepen tot vastgoedman van het jaar, maakt hij in rap tempo carrière. Van Manen begon daar in 2018 als assistent-projectontwikkelaar, wordt al gauw projectontwikkelaar en eind vorig jaar volgt de promotie tot manager projectontwikkeling.
Lesley Bamberger
Bamberger staat in de branche bekend als buitengewoon gedreven met veel oog voor detail. Botst dat niet weleens, zo’n veeleisende directeur-eigenaar? Van Manen hoeft geen seconde na te denken. ‘Ook ik ben veeleisend en heel gedreven. Hij heeft een enorme liefde voor Amsterdam, gaat altijd voor kwaliteit en de lange termijn. Samen gaan we voor het hoogsthaalbare resultaat van onze ontwikkelingen. Maar voor de een werkt zo’n enorm gedreven werkgever wel, voor een ander wellicht wat minder. Mij inspireert het.’
Nee, deze projectontwikkelaar heeft geen enkele behoefte om voor zichzelf te beginnen. ‘Ik vind mijn werk gewoon leuk, vooral de variëteit aan projecten en de verschillende fases waarin ze verkeren. Wil het team verder uitbreiden met jong talent als de tijd daar rijp voor is. Er zijn nog genoeg groeimogelijkheden hier voor mij zowel zakelijk als persoonlijk Ik zou er ook niet aan moeten denken om me alleen maar met één groot project bezig te moeten houden. Bijvoorbeeld een grote kantoorontwikkeling van 50.000 m2, zoals een oud-studiegenoot doet.’
Huidige projecten
‘Wij zijn met ons team op dit moment bezig met circa 25 uiteenlopende ontwikkelingen. Een aanzienlijk deel daarvan bevindt zich in de Amsterdamse binnenstad, waar we onder andere vijf projecten realiseren voor wonen boven winkels. Maar ook de herontwikkeling van het pand aan Heiligeweg 25 wat we aan gaan laten sluiten op de Kalverpassage. We werken aan de voorbereidingen voor een mogelijke woontoren in Amsterdam-Noord. Herontwikkelen een kantoorgebouw van circa 900 m² aan het Achter Oosteinde 9-11 in het centrum van Amsterdam. En we gaan woningen realiseren in de Barones in Breda. In het voormalige V&D-gebouw realiseren we 85 woningen – een belangrijke impuls voor de vernieuwing van dit stadsgebied.’
De gepassioneerde ontwikkelaar heeft ook al bijgedragen aan verschillende spraakmakende projecten van Kroonenberg Groep, waaronder de herontwikkeling van het Rijksmonument aan de Nieuwezijds Voorburgwal 223, bekend als ‘De Pershal’, met 2.700 m² high-end kantoorruimte en een BREEAM-in-Use Excellent certificaat. Dit project werd door Het Parool geprezen als een zeldzaamheid in Amsterdam. Ook het project Apollolaan 171, een state-of-the-art kantoorgebouw, werd door NRC uitgeroepen tot de beste architectuur van 2024. ‘Dit project is voor mij persoonlijk bijzonder, omdat ik er van begin tot eind bij betrokken ben geweest – van assistent tot manager. Het symboliseert mijn groei en ontwikkeling binnen mijn vakgebied, en ik ben buitengewoon trots op het eindresultaat’. Daarnaast werd de monumentale herontwikkeling van Raadhuisstraat 50 genomineerd voor het meest duurzame Rijksmonument.
Open boek
Dan was er tijdens het slotdebat op Provada zijn oproep voor veel meer transparantie in de sector. Hij maakte een vergelijking met de wielersport, die in het verleden ook worstelde met een enorm reputatieprobleem vanwege doping schandalen en bedrog maar door ‘radicale transparantie’ en een nieuwe generatie toptalent weer het vertrouwen van het publiek terugkreeg. Dat klinkt prachtig. Maar hoe maakt hij een vertaling naar zijn eigen dagelijkse praktijk, wat moet wezenlijk anders?
Het is heel gemakkelijk voor de politiek, media en maatschappij om de sector aan te wijzen als zondebok voor de wooncrisis”
‘Het is heel gemakkelijk voor de politiek, media en maatschappij om de sector aan te wijzen als zondebok voor de wooncrisis’, reageert Van Manen. Projectontwikkelaars en beleggers moeten daarom volgens hem eerlijk naar buiten treden als het gaat om hun kosten en opbrengsten en precies aangeven waarom bepaalde projecten wel of niet doorgang kunnen vinden. ‘Geef open boek! Neem ons woontorenproject in Noord. Door de gemeente Amsterdam worden dusdanige hoge erfpachtprijzen gehanteerd, dat de rekensom simpelweg niet kloppend te maken valt. We zoeken momenteel naar andere vastgoedeigenaren met soortgelijke ervaringen om gezamenlijk op te trekken. Want dit gaat wel om vele honderden woningen in Noord!’
Wonen boven winkels
Tijdens de halve finale op het hoofdkantoor van NVM in mei maakte Van Manen al meteen indruk op de jury met zijn pragmatische betoog voor meer wonen boven winkels. In deze tijden van grote woningnood zijn de talloze leegstaande etages ‘een gemiste kans’, oordeelde hij. Zelf is hij met zijn team er dagelijks mee in de weer. Zo heeft Kroonenberg Groep al meer dan honderd woningen gerealiseerd. ‘Als de huur afloopt, combineren we dat wel vaker met funderingsonderhoud en maken een kelder, zodat de opslag daar kan plaatsvinden in plaats van de etage(s) boven de winkel’, licht hij desgevraagd toe. ‘Bovendien zijn de bevoorradingssystemen zo goed tegenwoordig, dat er nauwelijks nog voorraad ligt. Vaak betreft het ook nog flagship stores in de grote winkelstraten, waar alles om ‘beleving’ draait. Daarom staan die etages erboven vrijwel leeg.’
De YTA: Een waardevolle ervaring
De YTA was voor hem een ’buitengewoon mooie ervaring’. ‘Ik ben ervan overtuigd dat het traject mij zowel persoonlijk als professioneel heeft laten groeien. Door de verschillende opdrachten gedurende het programma word je telkens opnieuw uitgedaagd om het beste uit jezelf te halen – én om uit je comfortzone te stappen.’
Dit artikel is gesponsord door NVM.