Gesponsord

Publiek-private-samenwerking 2.0 als antwoord op woningtekort

Publiek-private-samenwerking 2.0 als antwoord op woningtekort
Marieke Mentink, divisiedirecteur vastgoed bij Dura Vermeer. Foto: Eyesmile Photography

Met 'ieder voor zich' gaat Nederland de benodigde honderdduizend woningen per jaar niet realiseren. En onderling wantrouwen tussen overheid en bouwers-ontwikkelaars is helemaal funest. Om ons land uit de woningcrisis te ontworstelen, is juist verregaande publiek-private samenwerking voor grote gebiedsontwikkelingen nodig. Dat betoogde Marieke Mentink, divisiedirecteur vastgoed bij Dura Vermeer, tijdens de Provada. Zij sprak in de podcastserie Vastgoedmarkt On Air.

Marieke Mentink zat voor dezelfde podcastmicrofoon waar even daarvoor demissionair minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zat. Ze kan wel waardering opbrengen voor Keijzers pragmatische aanpak. Marieke Mentink: 'Ze zegt: niet zeuren. Als iets niet werkt, schrappen we het. Ik ben dan ook een groot voorstander van STOER: Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Regelgeving. Ze heeft zo georganiseerd dat er duidelijke richtlijnen komen. Mede vanwege ons politieke landschap heeft ze niet over alles controle. Soms poppen er dingen op, zoals bijvoorbeeld de huurbevriezing. Gelukkig is die ingetrokken. Maar ik ben een groot tegenstander van de planbatenheffing. Ik vind dat een theoretische regeling voor een probleem dat niet bestaat. Ik denk dat de overheid al genoeg sturingsmogelijkheden heeft. Die moeten ze pragmatischer inzetten in plaats van weer iets nieuws verzinnen.'

Belangen balanceren

Naast STOER kwam de overheid met woondeals, versnellingstafels, doorbraaktafels en verbeterde regie. Veel van die middelen zijn gericht op het verbeteren van de relatie tussen publieke en private partijen en het balanceren tussen hun belangen, constateert Marieke Mentink. Dat is belangrijk. Het wikken en wegen levert teveel vertraging op. In plaats van focussen op verschillende perspectieven en belangen, pleit zij voor gezamenlijke inzet op kwalitatieve oplossingen op gebieds- en projectniveau. Marieke Mentink: 'Er heerst nu nog een bepaald wantrouwen rondom elkaars business cases. En natuurlijk zijn er verschillen in belangen. Maar als we die naar elkaar uitspreken, dan blijken ze kleiner te zijn dan we denken. Ik vind dat we meer samen moeten optrekken om tot oplossingen te komen.'

Ik vind dat we meer samen moeten optrekken om tot oplossingen te komen”

Gezamenlijke exploitatie

Dat is eigenlijk weer een beweging terug. Noem het PPS 2.0. In de ‘Vinex-tijd’ raakten overheden en private partijen gewend om gezamenlijk op te trekken om gebieden te ontwikkelen, legt Mentink uit. 'Maar die kennis die we samen hebben opgebouwd, is langzaam uit de markt verdwenen. Dat komt doordat ministeries werden afgeschaald en gemeenten toch wat ‘bleeders’ hebben opgelopen doordat ze teveel actief grondbeleid hebben gevoerd.'

Dura Vermeer wil de samenwerking nieuw leven inblazen, maar dan in een andere entiteit. Die gaat verder dan alleen maar grondexploitatie. De ontwikkelaar voelt voor een verregaande publiek-privaat samenwerkingsverband in grote gebiedsontwikkelingen, voor én de grondexploitatie én de vastgoedexploitatie. Er ontstaat een gezamenlijke business case in plaats van aparte belangen. Als hoofdcontractant zou de ontwikkelaar hierin als trekker fungeren en de overheid kan meedoen in het resultaat. Zo worden de kansen en risico’s goed verdeeld. De post algemene kosten is voor de partij die het uitvoert en wat er onder de streep overblijft, verdelen de partijen onderling. Het beste zou zijn als dit geregeld is binnen een autonome entiteit als een uitvoerings- of exploitatiemaatschappij. 

Lange termijn

Voor een kwalitatief goede gebiedsontwikkeling is het ook prettig als een gemeente meedoet. Het levert meer betrokkenheid op en dat is beter voor de lange termijn. Marieke Mentink: 'Aandacht voor de inrichting van de openbare ruimte en de leefgemeenschap die je creëert wordt op korte termijn niet gezien als belangrijk, in deze krappe woningmarkt. Het wordt heel vaak alleen als kostenpost gezien, maar uiteindelijk verdient het zich terug in de kwaliteit van een gebied en de prijs die mensen bereid zijn te betalen.' Het zou charmant zijn als gemeenten hun winsten daarvoor inzetten, zegt de divisiedirecteur vastgoed van Dura Vermeer. 

Voor een kwalitatief goede gebiedsontwikkeling is het ook prettig als een gemeente meedoet”

Doorbraaklocaties

Op wat voor termijn zou dit gerealiseerd kunnen worden? Dat kan snel, denkt Marieke Mentink, als het enthousiasme er is vanuit Den Haag en vanuit de marktpartijen. 'Maar de crux ligt in de bereidheid vanuit lokale overheden om mee te investeren in dit soort posities. Ze moeten het ook niet doen voor een plan met driehonderd woningen. Dat is de moeite niet waard. Hiervoor is een grotere schaal nodig. Ik denk dat de regelingen voor samenwerking snel zijn verzonnen, maar het gaat om het vinden van dit soort locaties en het doorhakken van knopen. Die sturing moet komen uit Den Haag. Gelukkig zijn er nu een aantal doorbraaklocaties aangewezen.'

Dit artikel is gesponsord door Dura Vermeer.