Tegen-gas: de vijf C's

Tegen-gas: de vijf C's
Tom Berkhout

Mijn vorige column, 'Trumpiaans klaroengeschal: (wamte)pompen of verzuipen', had de provocerende strekking: we roepen maar wat, we weten nog niet hoe we het moeten doen.

De column heeft veel reacties losgemaakt. Ook van hardcore duurzaamheidstechneuten/-gelovigen en installatietechnici.

De ene groep gaf mij hartgrondig ongelijk en vond dat ik zelfs niet in de búúrt van hun speeltuin mocht komen. Een andere groep vond het juist prima dat iemand eindelijk eens ‘zei waar het op stond, zonder goedgelovig geluksdenken’. Ik kreeg uitgebreide mails van particulieren die van lieverlee zelf maar technische en betaalbare oplossingen hadden gezocht — en soms met succes gevonden. De discussie ‘leeft’ kennelijk.

Tijdens de Provada mocht ik bij Slokker Vastgoed aanschuiven voor een debatje met een aantal deskundigen uit de advies-/bouwpraktijk en de wetenschap. Dit leverde een levendig en verrijkend beeld op. Mijn afdronk van het debat is, dat we moeten waken voor overspannen verwachtingen omtrent de technische mogelijkheden, de betaalbaarheid en terugverdientijden van zogeheten 'van-gas-los-investeringen'. Voor nieuwbouw komt het wel goed doordat het hard afgedwongen wordt, maar het grote probleem zit bij de bestaande woningen (gemeten naar WOZ-maatstaven hebben we 7,5 miljoen woningen in Nederland). Wie wat zou moeten en kunnen financieren en waar de rekening uiteindelijk terecht moet komen - daarover lopen de meningen uiteen.

Kan deze omslag wel worden gemaakt?

Naar aanleiding van het debat vraag ik mij af of de gewenste omslag, op korte termijn en met de gewenste schaalgrootte, wel gemaakt kan worden door het bedrijfsleven. Toegegeven, een rijke diversiteit aan kleinschalige oplossingen kan veel kennis opleveren. In de commerciële praktijk is veel kennis te mobiliseren en om te zetten in waardevolle oplossingen. Maar wordt die moeizaam verkregen waardevolle kennis wel gedeeld en zomaar uit handen gegeven? Hoe zal dat lopen in de competitieve vastgoed- en bouwmarkt?

Voor mijzelf heb ik een aantal aandachtspunten geformuleerd voor de van-gas-los-discussie. Ik noem ze maar de vijf C’s: consument, communicatie, cash, competentie, capaciteit.

  1. Consument. Kan de consument wel intrinsiek gemotiveerd worden om te investeren? Gaan we dwingen of verleiden?
  2. Communicatie. Is er sprake van begrijpelijke, eenduidige en betrouwbare communicatie uit onverdachte hoek?
  3. Cash. Wat levert het mij als particulier of bedrijf concreet in geld op? Wat gaat het mij concreet kosten? Bodemloze punt? Risicovolle investering met onzeker rendement?
  4. Competentie. Hebben we wel voldoende goed opgeleide installateurs die met de nieuw(st)e technieken raad weten?
  5. Capaciteit. Genereren de oplossingen wel voldoende capaciteit op micro-, meso- en macroniveau?

Moeten we niet grootschalig investeren?

Kunnen we het ons wel veroorloven te wachten op de markt, de investeerders, de financiers, u en ik? Wat is de rol van de politiek hierin? Als we willen zorgen voor onze kinderen en kleinkinderen, moeten we dan als BV Nederland niet grootschalig investeren in van-gas-los-oplossingen? Bijvoorbeeld door te investeren in grootschalige infrastructurele energievoorzieningen? Als Mark Rutte nu eens 10 tot 20 miljard euro cash vrijmaakt hiervoor (onder het motto: ‘Van en voor alle Nederlanders, nu en later’), of laat het met nodige faalkosten eens 30 procent meer zijn, wat voor grote slagen zouden we dan kunnen maken?

Graag ontvang ik uw onderbouwde, haalbare ideeën voor dergelijke grootschalige projecten (gebruik hiervoor de reactiemogelijkheid helemaal onder deze blog). Zouden we de premier van bruikbare ideeën kunnen voorzien?

Over de auteur:
Tom Berkhout is hoogleraar aan het Nyenrode Real Estate Center in Breukelen.

Deze column is verschenen in de juli/augustus-editie van Vastgoedmarkt.

Tom Berkhout

Tom Berkhout

Professor Real Estate Universiteit Nyenrode