Drie weken lang trok ik door deze Midden-Amerikaanse parel. Opvallend zijn de overeenkomsten met Nederland. Behalve dan het gebrek aan ambitie. Of beter gezegd, aan zelfoverschatting.
Ook in Costa Rica is voetbal de belangrijkste bijzaak in het leven. Niet dat ze enige pretentie hebben om ooit wereldkampioen te worden. Kwalificatie is al een prestatie op zich en dat werd met Russia 2018 bereikt. Niemand die teleurgesteld was dat het land al na de poulefase roemloos naar huis kon. Eén schamel puntje tegen de Zwitsers. In blessuretijd nog wel. Nul ambitie. Kom daar maar eens mee aan in Nederland. Na de overwinning van de Fransen hoorde ik zelfs een analyse dat het wereldkampioenschap ook voor ons voor het oprapen lag. Want tja, als niet Frankrijk maar Nederland poulewinnaar was geworden … We waren er weer heel dicht bij. Een tragische vorm van zelfoverschatting.
Klimaatwet
Gelukkig zijn we op andere vlakken nog wel een leidende natie. Neem de Klimaatwet. Vlak voordat ik vertrok werd deze - volgens Jesse Klaver - ‘meest ambitieuze klimaatwet ter wereld’ trots gepresenteerd. Dan gaat het niet meer over bijzaken, maar de kern van het bestaan. Deze wet zorgt ervoor dat het volgende zomer wel weer ietwat gaat regenen. En alle zomers daarna. Niet te veel, niet te weinig. Kortom, ons ticket naar een veilige, duurzame toekomst.
Hoe luid de loftrompet over deze wet vanuit Den Haag ook werd gestoken, het had de overkant van de oceaan bij mijn aankomst nog niet bereikt. Dus probeerde ik uit te leggen dat Nederland in 2050 (bijna) geen koolzuur meer wil uitstoten. En dat we daarvoor al onze huizen en andere gebouwen gaan aanpakken. In plaats van gejuich, louter vragende blikken. Ik dacht even dat het aan mijn Engels lag, maar ik kreeg twee vragen terug: waarom zo laat en waarom is daar een wet voor nodig?
Wat blijkt, Costa Rica heeft twee kernwaarden hoog in het vaandel staan: vreedzaamheid en duurzaamheid. Sinds eind jaren veertig van de vorige eeuw heeft het land geen leger meer. En het land maakt duidelijke keuzes op het gebied van duurzaamheid. Costa Rica produceert alleen hernieuwbare energie (Nederland 14 procent) en wil in 2021 koolzuur-neutraal zijn. Hier ontbreekt dan weer die ambitie. Degenen die ik sprak, verwachten namelijk dat ze dit pas op zijn vroegst in 2025 gaan halen. Op de Happy Planet Index staat het land nummer 1, Nederland op nummer 18. En nee, het land heeft geen klimaatwet. Die hebben ze namelijk niet nodig. Maar het blijft een bananenrepubliek, toch?
Buitenlandse hulp
Die bananen zijn een verhaal apart. Toen het land in de negentiende eeuw geen geld had voor de aanleg van spoorwegen, bedong de (Amerikaanse) spoorweginvesteerder een concessie voor 99 jaar voor de aangrenzende gebieden. Die investeerder haalde vervolgens de bananenplant vanuit Azië naar Costa Rica en begon de gronden langs het spoor te exploiteren. Vandaag de dag is de banaan, samen met de koffieboon en de ananas het belangrijkste exportproduct van Costa Rica.
Naast de Amerikanen kopen inmiddels ook de Chinezen zich in. Het Estadio Nacional (nationale voetbalstadion) is de trots van het land en een geschenk van de Chinezen. Nou ja, geschenk … De Costa Ricanen zouden graag een snelle landverbinding hebben tussen de Grote en Atlantische oceaan, die de concurrentie aangaat met het Panamakanaal. Het zou zo maar kunnen dat de Chinezen hier een prominente rol in gaan spelen, bedacht ik me. En geef de Costa Ricanen eens ongelijk. De welvaart van het land hangt af van buitenlandse investeerders. En zonder leger, moet je zorgen voor goede vrienden.
Juist toen ik in de hoofdstad San José was, las ik het alarmerende bericht over buitenlandse investeerders in Amsterdam. De stad luidt samen met zeven andere wereldsteden de noodklok over deze investeerders die speculatief vastgoed kopen, waardoor de stad onbetaalbaar en dus onbereikbaar wordt voor het gewone volk. In plaats van zelf adequate maatregelen te nemen, sturen ze een brandbrief naar de Verenigde Naties. Is dit niet treurig en hypocriet tegelijk?
Amsterdam, nota bene de stad waar de multinationale onderneming is geboren, die groot is geworden door internationale handel. De stad die het liefst Londen en New York als financieel centrum naar de kroon steekt en internationale investeerders - ook in vastgoed - geen strobreed in de weg legt om maximaal te investeren. Met of zonder brievenbus. En waren we met z’n allen niet verguld met de liberalisering van de huurwoningmarkt, die ook Amsterdam aan meer kapitaal en financiering zou helpen? In elk geval werd minister Blok een paar jaar geleden nog alle succes op zijn kapitaalreis naar Azië gegund.
Unfair
Nu de stad ineens ‘slachtoffer’ wordt van het eigen succes, klopt het noodgedwongen aan bij de Verenigde Naties. Normaal het laatste toevluchtsoord voor landen die door honger of oorlog worden geteisterd. Nu komt daar een groep steden bij die zich oneerlijk behandeld voelt door het grootkapitaal. Wat dan weer grotendeels in ondertekenende steden als New York, Londen, Parijs of Amsterdam zijn thuisbasis heeft.
Speciaal voor deze steden stel ik voor een nieuw VN-programma te lanceren: het United Nations Fund for Awkward Investment Relief (Unfair). Ofwel, een fonds voor arme steden die een beroep kunnen doen op financiële tegemoetkoming als zij oneerlijk behandeld worden door buitenlandse investeerders die in hun ogen te gênante rendementen maken. Op voorwaarde dat deze steden daar zelf in het verleden ook genoeg aan hebben verdiend.
En laten we het Unfair-fonds bekostigen door landen als Haïti of Zimbabwe, landen die aantoonbaar geen last hebben van buitenlandse investeerders. Is dat niet eerlijk? Misschien dat Costa Rica ook wel een duit in het zakje wil doen. Want het is dan wel een bananenrepubliek, maar wel een met fatsoen en zonder zelfmedelijden. En altijd op zoek naar nieuwe vrienden.
Over de auteur:
Maarten Donkers is hoofd Kennis & Sturing bij Rabo Real Estate Finance.