Partner Ad Buisman verlaat EY eind 2018

Partner Ad Buisman verlaat EY eind 2018
Ad Buisman

Na ruim 35 jaar heeft partner Ad Buisman van EY besloten het bedrijf per 31 december 2018 te verlaten. Hij begint een zelfstandige adviespraktijk in de retail-, bouw- en vastgoedsector.

Buisman is 25 jaar partner bij EY geweest, op het laatst in de rol van Global Engineering & Construction Leader en partner bij het onderdeel Financial Advisory Services. Hij bekleedde nationale en internationale functies binnen en buiten EY, met als hoogtepunten zijn EMEIA sector voorzitterschap en zijn wereldwijde verantwoordelijkheid voor de bouwsector. Bij EY krijgt Buisman niet één opvolger, maar worden zijn taken verdeeld over een aantal collega's.

Na aanvankelijk in de accountantspraktijk werkzaam te zijn geweest, heeft Buisman de laatste jaren de Financial Accounting Advisory Services verder uitgebouwd. Zijn carrière heeft hij echter grotendeels doorgebracht in de vastgoedsector. Ter gelegenheid van zijn afscheid organiseert EY begin december 2018 een mini-vastgoedseminar met afscheidsreceptie met als sprekers onder andere ex-premier en external senior advisor bij EY Jan Peter Balkenende en Cor van Zadelhoff.

Buisman schreef de afgelopen jaren veel bijdragen over zijn vakgebied voor Vastgoedmarkt. Zo was hij auteur van de rubrieken Verslaggeving & Verslaglegging en Ontwikkelingen in IFRS.

Johannes van Bentum

Johannes van Bentum

Hoofdredacteur Vastgoedmarkt

Voor zijn aantreden bij Vastgoedmarkt was hij hoofdredacteur van de grootste vaktitel voor ict'ers Computable. Sinds 1986 is hij werkzaam als financieel-economisch journalist voor uiteenlopende titels als Elsevier Carrière, Agrarisch dagblad, Fem Business en het opiniemaandblad voor twintigers en dertigers Pitch. Begin 2009 verscheen zijn boek 'Online of Flatline' bij uitgeverij Mediata. Als hoofdredacteur van Vastgoedmarkt schrijft hij nieuwsberichten, achtergrondartikelen en geeft zijn mening over ontwikkelingen in de vastgoedsector en becommentarieert opvallende gebeurtenissen in zijn maandelijkse hoofdredactioneel commentaar.