Bij Coca-Cola kom je ook voor je plezier naar kantoor

Bij Coca-Cola kom je ook voor je plezier naar kantoor
Foto Robin Utrecht

Sinds de verhuizing van Coca-Cola naar de Marten Meesweg in Rotterdam komen er veel meer mensen op kantoor werken.

Om medewerkers en gasten onder te dompelen in een bedrijfscultuur is het niet nodig een heel gebouw te huren. Dat laat Coca-Cola in Nederland zien in zijn nieuwe hoofdkantoor aan de Marten Meesweg 25 (MM25) in Rotterdam. De multinational gebruikt daar bijna 4.000 m2 en dat is maar een kwart van het 15.000 m2 grote pand. Toch ademt bijna alles wat de bezoeker waarneemt de sfeer van Coca-Cola en de andere merken van de frisdrankenproducent.

Onder de weinige dingen die Coca-Cola deelt met de andere gebruikers van het pand zijn de entree en het bedrijfsrestaurant. Via de poortjes rechts van de receptie stapt de bezoeker het universum van Coca-Cola binnen. Op de begane grond van deze zone liggen vergaderfaciliteiten en een experience center. Een rood met witte gang voert naar de eigen liften die van vloer tot plafond zijn behangen met reclame voor merken van het concern. Het trapgebruik wordt aangemoedigd met aangeplakte informatie over het calorieverbruik per trede.

Foto Robin Utrecht
Foto Robin Utrecht

Goede kans dat een millennial zich thuis voelt op de zevende tot en met de tiende etage waar Coca-Cola in Nederland huist. Neerploffen voor overleg kan onder meer in de sofa’s en fauteuils met aardetinten die associaties oproepen met een vestiging van Starbucks. Perzische tapijten op recoloured vloerbedekking versterken het huiskamergevoel. Voor de pure fun is er de huisbar of de Fanta Playroom met een set-up voor gamers. De totale inrichting is erop gericht om creativiteit, transparantie en connectiviteit te stimuleren.

Ondernemerschap

Coca-Cola is niet over een nacht ijs gegaan bij de keuze voor de huisvesting van zijn nieuwe hoofdkantoor, vertelt Michaël Librecht, associate director Property & Facilities bij Coca-Cola European Partners. Het Nederlandse hoofdkantoor huisde sinds 2000 aan de Watermanweg naast woonwinkelcentrum Alexandrium, vlakbij het nieuwe kantoor. In 2015, drie jaar voor het aflopen van de huur, begon een analyse van de huisvestingsbehoefte.

Duurzaamheid bleek meer aandacht te vragen dan locatiekeuze. ‘Dat we in Rotterdam wilden blijven was vrij snel duidelijk. De stad ligt centraal, is goed bereikbaar en heeft een link met ondernemerschap. In het centrum en de periferie van de stad zijn we gaan kijken naar panden die we kunnen hergebruiken’, zegt Librecht.

Workshops

Grote gebouwen vielen af als potentiële locaties. ‘Met een niet zo grote behoefte van 4.000 m2 zul je een pand in de meeste gevallen moeten delen. Maar we stellen wel eisen aan die huisvesting. We hebben behoefte aan een eigen receptie en aan de vrijheid de totale beleving van Coca-Cola neer te zetten: voor ieder moment een geschikt drankje. Alles wat je ziet, leeft en ademt Coca-Cola. Dat zal moeilijk gaan in een pand van 100.000 m2’, zegt Librecht. Daarmee bleef een groot deel van het Rotterdamse central business district buiten beeld.

Het meest duurzaam en goedkoop zijn de vierkante meters die je niet nodig hebt”

De investering ging pas een rol spelen toen precies duidelijk was wat Coca-Cola met zijn nieuwe huisvesting wilde. Uit een lijst van twintig panden gingen er vijf naar de volgende ronde zonder dat Coca-Cola een financiële analyse nodig vond. Vier workshops in drie maanden wijdde het topmanagement vervolgens aan de bijdrage van het gebouw aan de ondernemingsdoelstellingen.

Librecht: ‘Zo’n workplace study is nodig omdat de beslissing die we nemen gevolgen heeft voor een periode van tien jaar. Het meest duurzaam en goedkoop zijn de vierkante meters die je niet nodig hebt. Die vierkante meters die je straks niet blijkt te gebruiken, kosten je geld en zijn vervuilend.’

Flexibilisering

Die benadering leidde tot een kleinere ruimtevraag. De oude vestiging aan de Watermanweg had een oppervlakte van ruim 5.000 m2. Nu heeft Coca-Cola ongeveer een kwart minder en dat met iets meer medewerkers. Het grote aandeel vertegenwoordigers die dagelijks op pad zijn maakte de intensivering van het ruimtegebruik mogelijk. ‘Van de in totaal zo’n 700 medewerkers bij Coca-Cola in Nederland zijn er ruim 200 de meeste tijd op weg naar onze klanten. Een ander groot deel, zo’n 300 collega’s, is werkzaam in onze fabriek in Dongen. Dat betekent dat we ook de collega’s die hier af en toe op kantoor komen, een werkplek kunnen aanbieden’, zegt Librecht.

Foto Robin Utrecht
Foto Robin Utrecht

De werkplekverdeling toont de flexibilisering. Het nieuwe kantoor heeft honderd zogeheten ‘residentplekken’ voor degenen die langer dan zes uur aan een bureau zitten. Dat zijn er een stuk minder dan de 230 vaste werkplekken op het oude kantoor. Het aantal zogeheten agile plekken om een uurtje aan te zitten ging van nul naar ongeveer 250. Een derde type werkplek, campus mobile, vormt de middenweg. Hier mag je maximaal vier uur zitten.

Kentekenherkenning

Dat de keuze op MM25 viel, komt volgens Librecht door de slimme en duurzame technologie die ontwikkelaar OVG in het gebouw heeft toegepast. ‘Die technologie stelt ons in staat om het gebouw op een duurzame manier te gebruiken. Onderhoud heeft een belangrijk aandeel in de total cost of occupance. Doordat het gebruik van de ruimten met sensoren gemonitord wordt, hoeven wij bijvoorbeeld geen ruimten schoon te laten maken die niet gebruikt zijn sinds de laatste schoonmaakbeurt.’

Op termijn biedt een slim gebouw als MM25 meer mogelijkheden. ‘In de verdere toekomst kun je er bijvoorbeeld aan denken op rustige dagen een hele verdieping af te sluiten, wat een vermindering in het energieverbruik en onderhoud oplevert. En dan kunnen bezoekers die per auto aankomen mogelijk automatisch worden aangemeld op basis van kentekenherkenning. Zodat ze zich meteen welkom voelen’, zegt Librecht.

Creativiteit

De overgang naar een flexibel kantoor vroeg wel om een cultuurverandering, zegt Carin Klapwijk, facility manager bij Coca-Cola European Partners Nederland. Medewerkers moesten zich bewust worden dat ze werkplekken kunnen delen. ‘Bij een interview omschreef 90 procent van de ondervraagden zich als een gebruiker die een residentplek nodig had. In de praktijk zie je dat een groot deel van de werkplekken maar een deel van de tijd gebruikt wordt’, zegt Klapwijk.

Dat je geen eigenaar meer bent van een werkplek, dat je een werkplek dus niet vies achterlaat voor de volgende gebruiker, dat je op je rommel kunt worden aangesproken, waar je lawaai kunt maken en waar niet: het kwam allemaal voorbij in een programma voor de cultuurverandering.

Foto Robin Utrecht
Foto Robin Utrecht

Een van de meest ingrijpende resultaten van het huisvestingstraject is de bezetting van het kantoor, zegt Klapwijk. ‘Op onze nieuwe locatie komen heel wat meer mensen naar kantoor. Op de oude locatie was een bezetting van vijftig tot zestig mensen op een vrijdag normaal en een borrel vond destijds buiten de deur plaats. In ons nieuwe kantoor werken er op vrijdag wel 120 mensen en borrelen doen ze ook hier. Onze collega’s komen hier naartoe voor samenwerking, creativiteit en inspiratie. Op dit kantoor is het leuk en prettig werken.’

Dit artikel staat in de mei-editie 2019 van Vastgoedmarkt

Peter Hanff

Peter Hanff

Senior redacteur

Studeerde in 1994 af aan de Radboud Universiteit op de eisen voor landen om toe te mogen treden tot de eurozone. Volgt het monetair beleid sindsdien met argusogen. Werkte als journalist voor onder meer De Gelderlander en het Hoger Onderwijs Persbureau. Is sinds 2007 redacteur bij Vastgoedmarkt en heeft de portefeuille financieel.