Tien jaar geleden stond er nog niet één Barentsz-huis. Er was alleen een idee. Een droom, ontstaan aan de keukentafel: bouwen moest anders kunnen. Eenvoudiger, duurzamer, slimmer. Minder schakels, meer regie. Het was het begin van een ontdekkingsreis die letterlijk en figuurlijk grenzen over zou gaan – en die een cruciaal inzicht opleverde: het zit niet in nóg beter ontwerpen, maar in maximale controle over het totale proces, van schets tot sleutel. Of zoals Barentsz-architect Jochem van der Spek het zegt: ‘Het vernieuwende zit niet eens zozeer in wát we maken, maar vooral in hoe we het maken.’
Het gaat niet om wát we maken, maar hóe we het maken.”
Over een andere boeg
Toen duidelijk werd dat – naast maximale controle over het proces – houtskeletbouw dé methode was om duurzame, energiezuinige huizen te bouwen, begon de zoektocht naar een geschikte producent. Eerst in Nederland, toen in Duitsland. Maar nergens vonden de mannen precies wat ze zochten. Medeoprichter en architect Derk-jan Wentink: ‘We vroegen ons af waar de meeste kennis en expertise zit met betrekking tot de houtbouwmethodes CLT (cross laminated timber) en HSB (houtskeletbouw). Dan kom je toch altijd uit in de Nordics en de Baltische Staten.’
Man met een zaag
‘We hebben een auto gehuurd en zijn gewoon rond gaan rijden,” vertelt Barentsz-partner Bonne Datema. ‘Door Estland en Letland, over wegen vol gaten, op zoek naar een fabriek die onze visie begreep.’ Ze bezochten tien fabrieken in vier dagen. Van vervallen Sovjetcomplexen tot hypermoderne hallen. ‘We zagen fabrieken die hun eigen machines bouwden. Fascinerend, maar de organisatie eromheen was vaak een chaos’, herinnert medeoprichter Casper Hellebrekers zich. ‘Soms was het letterlijk een loods en een man in joggingbroek met een zaag.’ Uiteindelijk vonden ze een partij die veelbelovend leek. Maar de samenwerking liep spaak. ‘We stonden op een gegeven moment voor een leeg gebouw met ingegooide ramen. Terwijl er al betaald was. Dat was wel even slikken, ja.’
Van afnemer naar eigenaar
Die tegenslag leidde toch nog tot iets moois. Want via een omweg – en zelfs met hulp van de onbetrouwbare leverancier – kwamen ze in contact met een Letse houtskeletbouwer: Gatis van Nordic Building Systems. ‘Hij had net zijn fabriek opgericht, samen met zijn broer’, , vertelt Bonne. ‘Maar we zagen direct dat hij wél begreep wat wij wilden. En nog belangrijker: dat hij het kon maken.’
De samenwerking was zo prettig dat Barentsz besloot aandelen te kopen. ‘We wilden geen afhankelijkheid, we wilden een partnerschap’, zegt Derk Jan. ‘Dus kochten we het aandeel van een Zweedse investeerder over. Daarmee werd de fabriek helemaal een integraal onderdeel van onze propositie. Geen leverancier, maar een verlengstuk van onszelf.’ Inmiddels bezit Barentsz een aanmerkelijk belang en is de productiecapaciteit recent verdubbeld naar 5400 vierkante meter.

Van pionierschap naar volwassen concept
In de jaren die volgden werden ruim veertig vrijstaande Barentszhuizen gerealiseerd voor particuliere opdrachtgevers. Stuk voor stuk onder architectuur gebouwd. Allemaal maatwerk maar ook allemaal binnen dezelfde prefab bouwmethode. Architect Jochem: ‘De eerste vijf huizen waren nog echt pionieren, maar de bouwkundige kant van ons concept is volwassen. De fabriek draait op volle toeren, het proces staat en we kunnen ontzettend hoge kwaliteit leveren op snelheid.’
Eigen ingenieursbureau
Dat is niet alleen te danken aan de fabriek, maar vooral ook aan de mensen die er werken. ‘Bouwen met hout zit daar in het dna van de mensen’, aldus Casper. ‘En bij de fabriek hoort ook een ingenieursbureau. We hebben daar dus een vast engineeringsteam en een directe lijn tussen de tekentafel en de werkvloer. Daardoor is er geen enkele ruis. Elk element is exact op maat, tot op de millimeter nauwkeurig.’
De stap naar projectbouw
Met de basis onder controle groeide ook de ambitie. ‘We realiseerden ons dat we met dit concept meer positieve impact kunnen maken als we ook projectmatig gaan bouwen’, zegt Bonne. ‘Niet alleen voor particulieren, maar ook voor zakelijk opdrachtgevers die duurzame buurten, blokken en appartementen willen realiseren. Met dezelfde kwaliteit, dezelfde snelheid, dezelfde methode.’
Maatwerk versus maakbaarheid
Dat bracht wel weer nieuwe uitdagingen met zich mee, aldus Jochem. ‘We moesten onze methode doorontwikkelen. Naar geschakelde bouw, naar gestapeld. Vormvrijer, maar binnen onze vaste principes.’
En dat vroeg ook om hernieuwde balans tussen maatwerk en maakbaarheid. ‘We zijn het afgelopen jaar een beetje doorgeslagen in maatwerk’, lacht hij. ‘Nu weten we: ontwerpvrijheid is prachtig, maar alleen als het maakbaar blijft binnen de fabriekslogica.’
We stonden voor een leeg gebouw met ingegooide ramen. ”
Expertise als stille motor
De grootste winst van een eigen fabriek zit volgens Casper misschien nog wel in de opgebouwde expertise. ‘We zijn geen architectenbureau meer en ook geen bouwbedrijf. We zijn een ecosysteem. We ontwerpen, engineeren, produceren en bouwen. Alles grijpt in elkaar.’ Derk Jan vult aan: ‘Wat mensen vaak niet zien, is dat we al in het ontwerpstadium allerlei beslissingen nemen die enorme impact hebben op prijs, tijd en uitvoerbaarheid. Doordat we de elementen zelf produceren, weten we exact wat kan en wat werkt.’
Geen verrassingen
Barentsz bewijst dat eenvoud niet simpel is, maar het resultaat van diepe kennis, heldere keuzes en volledige regie. En dat is wat projectontwikkelaars met wie ze samenwerken ook merken. Geen losse schakels, geen verrassingen, geen onduidelijkheden. ‘Wij nemen verantwoordelijkheid voor het hele proces’, zegt Bonne. ‘Daarmee maximaliseren we niet alleen de ontwikkelwaarde van een project, maar ook het vertrouwen bij alle betrokkenen.’
Circulair en logisch
Sinds het begin van de zoektocht zijn we duizenden elementen verder: wanden, daken en vloeren, geproduceerd in Letland, gemonteerd in Nederland. Met de precisie van een Zwitsers uurwerk en de warmte van een houten huis. Dat hout groeit lokaal, dicht bij de fabriek. ‘Onze fabriek staat letterlijk tussen de bossen waar het hout vandaan komt’, vertelt Jochem. ‘We gebruiken lokaal geoogste bomen uit duurzaam beheerde productiebossen. Dat maakt de keten niet alleen circulair, maar ook logisch. Je voelt aan alles: dit klopt.’
Dit artikel is gesponsord door Barentsz.