Yardi blikt vooruit op 2021: 'Mooie kansen voor nieuwe diensten'

Yardi blikt vooruit op 2021: 'Mooie kansen voor nieuwe diensten'
Richard Gerritsen, Regional Director Europe van Yardi.

Wat gaat de technologische revolutie nog betekenen voor de vastgoedwereld? Richard Gerritsen, Regional Director Europe van Yardi, over de technologische vernieuwing die niet zal stoppen, een centrale rol voor de echte gebruikers en mooie kansen voor nieuwe diensten.

“De komende decennia kunnen we nog veel veranderingen verwachten. Ook na de uitbraak van Covid-19 gaan we niet van de ene statische situatie naar een andere statische situatie. Dat is niet zo. We zitten met elkaar al heel lang in een proces van verandering en de komende jaren gaan we nog heel veel veranderingen meemaken. Soms gaat dat met horten en stoten. Nu zitten we op een moment van grote veranderingen, maar dat veranderproces gaat onverminderd door.”

Welke veranderingen verwacht Richard Gerritsen in 2021? Bekijk de video:

Wat gaan we zien? “Consumeren krijgt een andere invulling. Mensen zullen nog vaker als een individuele consument worden gezien, maar die mensen zijn geen willoos slachtoffer. We gaan meer toe naar een situatie dat een bewoner van huis, een gebruiker van een kantoor en een bezoeker van een winkelcentrum als een consument worden gezien. En alles wat wordt aangeboden, wordt aan mij persoonlijk aangeboden. Dat betekent dat het individu met zijn smartphone of de opvolger daarvan, wat voor instrument dat ook is, direct kan handelen.”

Richten op de wensen van gebruikers

Wat betekent dat voor vastgoed? “De gebruiker van een kantoorruimte zal direct kunnen aangeven wat hij of zij over de dag wil; eerst gedurende een aantal uren een bepaalde werkruimte en later op de dag een spreekkamer. Beide kunnen heel makkelijk worden gereserveerd zonder drieëntwintig keer klikken. Daar komt de verandering in technologie: het moet makkelijk, het is makkelijk. Als ik als privépersoon makkelijk een pizza kan bestellen, dan is het technisch ook mogelijk mijn dag in te delen. Nu staat het gebouw nog centraal, maar de techniek moet zich veel meer richten op de gebruiker. De consument.”

De aanbieder kan daar niet omheen, meent Gerritsen. “De gebruiker past zich niet aan het gebouw aan, maar de aanbieder past zich aan de gebruiker aan. Ook dat is een proces. We kennen de wensen van de gebruikers nog niet. Werkgevers zijn daar nog niet goed van op de hoogte. En als de werkgever dat niet weet, dan is het voor een eigenaar van een gebouw heel lastig om aan de weet  te komen wat precies wordt gewenst."

Het huis wordt volgens Gerritsen de plek om te wonen, te werken en te recreëren.

"Dat betekent niet dat we ingewikkelde onderzoeken moeten gaan doen. Wel kunnen we gebruik maken van heel betaalbare techniek, denk aan sensoren in smart buildings of internet of things, om veel meer te leren over het gebruik van een pand. Het gaat nog verder: dergelijke data moeten ook geanalyseerd om te bedenken welke (nieuwe) diensten kunnen worden aangeboden.”

Dat past volgens hem ook bij het hedendaagse gebruik van vastgoed. “We zijn niet meer op zoek naar zoveel vierkante meters, maar vragen om een aantrekkelijke locatie voor de medewerkers en de klanten. Het gaat om een plek waar mensen zich goed voelen en daardoor productief zijn.”

Andere manier van denken

Gebouweigenaren moeten flexibeler worden en beter meebewegen met de vraag? “Ja. De operator moet niet de huurder, maar de gebruikers faciliteren. Dat is veel werk en vraagt een andere manier van denken, maar die verandering geeft een kans om andere diensten aan te bieden. Dat is niet nieuw; in de retailwereld kennen we al heel lang partijen met een doordachte mening over de winkelmix, de locatie, de gewenste klanten en hoe de klanten kunnen worden verleid langer te verblijven.”

Bij mensen met een urban lifestyle zal sprake zijn van community-building, dat zien we al in Amerikaanse steden.”

Die persoonlijke benadering zal volgens hem niet alleen een rol spelen in kantoorgebouwen, het openbare gebied wordt groter en groter. Die verandering zal ook in woningen gestalte krijgen. “Het huis wordt de plek om te wonen, te werken en te recreëren. Bij mensen met een urban lifestyle zal sprake zijn van community-building, dat zien we al in Amerikaanse steden. Gelijkgestemden komen met elkaar samen; ze wonen met zijn allen op de juiste plek in de juiste wijk. Daar ontstaat vervolgens ook behoefte aan co-working plekken.”

Wordt die verandering voldoende begrepen?  “Uiteindelijk is de realiteit, dat een huurder zich niet voor een jarenlange periode wil vastleggen op meters maar behoefte heeft aan een flexibele werkomgeving. Misschien is dat lastig als het gaat om de waardering van een pand, maar we zullen in het midden tussen vast en flexibel gebruik moeten uitkomen.”

Dit artikel is gesponsord door Yardi

Bezoek ook het partnerdossier op Vastgoedmarkt.nl