CBRE had een kort geding aangespannen tegen Hudson’s Bay Nederland om het warenhuis weigert over de brug te komen met een huurgarantie voor het winkelpand dat het in Zwolle huurt van CBRE. Bij de start van het filiaal in de Hanzestad was overeengekomen dat het Hudson’s Bay Company (HBC), het Canadese moederbedrijf, een huurgarantie af zou geven maar die bleef vooralsnog uit.
Kort geding
Gealarmeerd door de berichten over de slechte financiële situatie bij Hudson’s Bay en geruchten over sluiting van Nederlandse filialen trok CBRE tevergeefs nogmaals aan de bel bij Hudson’s Bay Nederland. Hierop besloot de huisbaas een kort geding aan te spannen tegen het warenhuis.
Joint-venture
Begin mei 2019 oordeelde de rechter, blijkens het recent gepubliceerde vonnis, dat Hudson’s Bay Nederland alsnog -via het Canadese moederbedrijf- een huurgarantie moet regelen. De verdediging dat dit nog niet was geregeld omdat HBC dit ook moest afkaarten met het Oostenrijkse Signa, waarmee de Canadezen een tijdje een joint-venture hadden voor de Europese filialen, doet volgens de rechter niet ter zake. Er was volgens de rechter ‘eerder sprake van onwil dan van onmacht' bij Hudon’s Bay Nederland.
Nederlandse vestigingen
Voor het regelen van een huurgarantie, hoeven de Canadezen nu helemaal niet meer te overleggen met Signa. De Oostenrijkers gaan zelfstandig verder met de Duitse filialen. De Nederlandse vestigingen zijn weer volledig in Canadese handen.