Transformatieplein: 'Gemeente stelt te veel eisen in Sloterdijk'

Transformatieplein: 'Gemeente stelt te veel eisen in Sloterdijk'
Amsterdam_Sloterdijk-satelliet

Bij een succesvolle transformatie van bedrijventerrein Sloterdijk I Zuid naar een hoogstedelijk woon- en werkgebied zit de gemeente Amsterdam ontzettend in de weg.

Al die precies geformuleerde gemeentelijke eisen, niet alleen over de aard maar ook over de omvang van de woningen, maken dat de eigenaren in het gebied geen trek hebben in woningbouw.

Zo concluderen zowel Alex Letteboer (JHK), als Henk Hartzema (Studio Hartzema) in een verkenning naar de ontwikkeling van een van de eerste woongebieden van Haven-Stad. Het huidige college wil nadrukkelijk in de verhouding veertig procent sociaal, veertig procent middenhuur en twintig procent dure woningbouw een nieuwe woonwijk realiseren. Ook is er ruimte voor 80.000 m2 aan werkfuncties.

Letteboer legt liever de ‘dikke pakken aan gemeentelijke eisen’ ter zijde en pleit voor een andere aanpak. JHK wil zich laten inspireren door een bont gezelschap. Van Jane Jacobs tot Charles Fourier. Van John Habraken tot Frank Bijdendijk, oud-directeur van woningcorporatie Stadgenoot. Die realiseerde in Amsterdam zogeheten solids, gebouwen waarvan vooraf de bestemming niet vastligt en in de toekomst de functie kan wijzigen. 'Het gaat erom dat we in die nieuwe stad maximaal flexibel zijn', aldus Lettebroek.

Nieuw communisme

Hartzema betitelt de ambities van het gemeentebestuur als ‘nieuw communisme’. Hij hekelt bijvoorbeeld de voorgeschreven dichtheid (FSI 3,66). Naar zijn mening kan een hogere dichtheid een bijdrage leveren aan meer levendigheid. 'Er zijn voldoende voorbeelden dat hogere dichtheid een aantrekkelijke stad kan opleveren', aldus Hartzema. Hij stelt onder meer voor op sommige kavels een deel van het ruimtebeslag voor bebouwing terug te geven aan de stad en te gebruiken voor betere openbare ruimte. Vervolgens kan extra hoge hoogbouw zorgen voor verdichting.

Minimale woningformaten

Arjan Klok, stedenbouwkundige bij de gemeente Amsterdam, zegt in een eerste reactie wel degelijk geïnteresseerd te zijn in een bepaalde uitruil. Daarover is het gesprek mogelijk, maar aan de stringente eisen van de politiek valt volgens hem niet te ontkomen. 'De gemeente heeft minimale woningformaten geformuleerd omdat de markt steeds kleinere woningen maakt.'