Vroeger was het Broederenplein een levendig stukje in de binnenstad van Deventer. Met winkels als C&A en de regionaal bekende meubelgigant Reesink vormde het een aantrekkelijke uitbreiding van het winkelgebied. Tegenwoordig staat een deel van de panden leeg. Bezoekers weten niet hoe snel ze het kale pleintje moeten oversteken, ’s avonds waagt geen mens er zich.
‘Het is typisch zo’n product van de jaren zestig en zeventig, toen de bouwdrift op zijn hoogtepunt was en winkeliers er alleen maar vierkante meters bij wilden’, zegt binnenstadsmanager Peter Brouwer. ‘Maar sinds de grote huurders van het eerste uur een jaar of tien geleden naar A1-locaties of de periferie zijn verhuisd, heerst er structurele leegstand. Het plein maakte vroeger onderdeel uit van de looproute van consumenten. Nu die functie is weggevallen, infecteert het zelfs de omliggende winkelstraten.’ Dat supermarktketen Dirk van den Broek zich destijds snel in het oude C&A-pand (eigendom van Annexum) heeft gevestigd, was mooi, maar het heeft de teloorgang van het Broederenplein niet kunnen tegenhouden.
Bij de supermarkt is het overdag een komen en gaan van consumenten. Fietsen, brommers en een enkele scootmobiel flankeren de glazen toegangsdeuren. Aan de andere kant van het plein, achter de leilinden die inmiddels weer volop in blad staan, overheersen lege etalages. Affiches van makelaars laten passanten weten hoeveel vierkante meters er te huur zijn.
Winkeliers en beleggers slaan handen ineen
De plaatselijke winkeliers en vastgoedbeleggers - ook Och-Ziff heeft er bezit - hebben vorig jaar de handen ineengeslagen om de binnenstad sterker te maken. De komende vijf jaar zullen ze gezamenlijk vijf miljoen investeren, en het plein vormt een van de speerpunten. Deventer wil, zegt Brouwer, reuring op het Broederenplein terugbrengen. ‘Hoe dat moet gebeuren, bepalen we met elkaar, ondernemers, vastgoedeigenaren, de gemeente en de provincie.’
Oude Reesink-pand wordt publiek geveild
De eerste beweging wordt al gemaakt. Eind mei wordt het oude Reesink-pand publiekelijk geveild en betrokkenen gaan ervan uit dat de zevenhonderd vierkante meter vloeroppervlak voor minder dan drie ton in andere handen overgaat. Volgens Brouwer hebben vooral lokale partijen belangstelling getoond. Wat er zou kunnen komen? Brouwer haalt zijn schouders op. ‘Alles is mogelijk. Horeca? Woningen? Winkels? Een foodhal waar eens per week regionale ondernemers hun waren aanbieden, zoals je dat in veel Franse stadjes ziet? Als er maar reuring komt.’
Volgens Brouwer bruist het van de ideeën voor het Broederenplein, maar wat hem betreft zijn nieuwe suggesties van harte welkom. ‘Zelfs als iemand er een mooi parkje met een vijver wil aanleggen, staan we daar voor open.’