Overijssel activeert gebieden met verbroedering en uitkijktorens

Overijssel activeert gebieden met verbroedering en uitkijktorens
Monique van Haaf

In Overijssel werken overheden, bedrijfsleven, onderwijs en burgers samen aan toekomstige vastgoedopgaven.

Tijdens de afgelopen editie van de Provada presenteerden zij hun ‘bottom-up’-aanpak: iedereen met een goed idee mag meepraten. Op het Transformatieplein gingen vier architectenbureaus die uitdaging aan. Zij pitchten hun ideeën voor drie Overijsselse pleinen en buurten die momenteel te kampen hebben met veel leegstand.

Samen weten wij meer. Met die insteek wordt er in Overijssel gewerkt aan de vastgoedopgaven van morgen. Of het nu gaat om het bepalen van de bouwopgave – hoeveel woningen moeten er de komende decennia worden gerealiseerd en vooral: waar? – de transitie van vastgoed, het energieneutraal maken van de bestaande woningvoorraad of het tegengaan van leegstand in de binnensteden: de betrokken partijen zoeken elkaar op om te brainstormen over innovatieve oplossingen en om pilots te organiseren.

Dat gebeurt bijvoorbeeld in de Woonkeuken, een vastgoednetwerk van zo’n honderd provinciale en gemeentelijke bestuurders, ontwikkelaars, aannemers, makelaars en vertegenwoordigers van woningcorporaties die elke zes weken bij elkaar komen. De provincie Overijssel ondersteunt daarnaast de Stadsbeweging, een netwerk dat met ideeën van inwoners en ondernemers de leefbaarheid in de stad wil stimuleren en op grotere schaal met verschillende partijen samenwerkt om de leegstand aan te pakken. De ‘stadsbewegers’ maken met elkaar de Overijsselse binnensteden weer aantrekkelijk voor ondernemers en investeerders.

Niet alles voorschrijven

Volgens gedeputeerde Monique van Haaf is er bewust gekozen voor een ‘bottom-up’-aanpak. ‘Als provincie willen wij niet alles voorschrijven, maar de kans geven om met initiatieven te komen. Met de Woonkeuken en de Stadsbeweging hebben we gezamenlijk goede netwerken gebouwd, waar ideeën worden gedeeld en, waar mogelijk, ook gerealiseerd. Er is in elk geval veel ruimte om experimenten aan te gaan.’

Om de rest van Nederland te laten kennismaken met de Overijsselse aanpak, presenteerden beide netwerken zich tijdens de afgelopen editie van de Provada. Onder de titel ‘De Woonkeuken daagt u uit’ werden de bezoekers verleid om in gesprek te gaan over de Nederlandse bouwopgave en de Overijsselse benadering. Uitgedaagd waren ook vier architectenbureaus die op het Transformatieplein hun ideeën pitchten voor drie Overijsselse pleinen en buurten. Hun presentaties werden meteen van commentaar voorzien door een volledig Overijsselse jury: gedeputeerde Monique van Haaf, Jan Jaap Kolkman, wethouder gemeente Deventer, Rico ten Hag, directeur van makelaardij Ten Hag Groep en Marieke Mentink, adjunct-directeur van Dura Vermeer Bouw Hengelo. Gespreksleider: niet-Overijsselaar Harm Tilman, hoofdredacteur van de Architect.

Verbroedering nodig

Het Broederenplein in Deventer heeft te kampen met leegstand. Grote winkelketens zijn verhuisd, waardoor het plein geen onderdeel meer uitmaakt van de looproute van consumenten. Gemeente, provincie, plaatselijke winkeliers en vastgoedbeleggers hebben vorig jaar de handen ineengeslagen om de binnenstad sterker te maken en investeren de komende vijf jaar 5 miljoen euro. Het Broederenplein is een van hun speerpunten.

Als provincie willen wij niet alles voorschrijven, maar de kans geven om met initiatieven te komen”

Om de levendigheid terug te laten keren is ‘verbroedering’ nodig, vindt het bureau De Plekkenmakers. Het droombeeld van bijvoorbeeld een levendig plein waar streekproducten gekocht kunnen worden is mooi, maar spat uiteen als er de komende jaren niet beter wordt samengewerkt. Er zijn momenteel al veel initiatieven, maar dit zijn volgens De Plekkenmakers ‘nog losse stippen’. Wat echt nodig is, is ‘een sterk verhaal’ dat mensen en initiatieven met elkaar verbindt. Alle ideeën, maar ook de behoeften van de bewoners, zouden moeten samenkomen in een ‘Dromenlab’. De aftrap voor meerjarige samenwerking is een ‘Peilsessie’, waar wordt gemeten wat er al is en wat er nog moet komen.

Volgens Studio Hartzema is Deventer door de eeuwen heen op natuurlijke wijze gegroeid. Tegenwoordig heeft de stad geen eenduidig centrum meer: monumenten, pleinen en bedrijvigheid zijn verspreid over de stad. Pleinen maken de stad, stelt het bureau, maar het probleem met het Broederenplein is dat het geen duidelijke identiteit heeft. Het bureau stelt daarom een aantal eenduidige functies voor. In de ‘Broederenstraat’ wordt gewoond en is het plein de verbindende schakel tussen de historische centra van de stad. In de ‘Broederenplaats’ ligt de nadruk op de verblijfskwaliteit van het plein en in het ‘Broederenhuis’ krijgt het plein meer de functie van trekpleister met een nieuw te bouwen monument als modern icoon. Welke functie ook wordt gekozen, het Broederenplein heeft de potentie om de structuur van de stad mede te bepalen, aldus Studio Hartzema.

Natuurlijke manier

Bij beide concepten is volgens jurylid Van Haaf goed gekeken hoe het Broederenplein kan worden verbonden met de bestaande omgeving. Het uitgangspunt van De Plekkenmakers spreekt haar aan. ‘Verbinding maken met de omgeving begint bij mensen. Door de bewoners en ondernemers bij de plannen te betrekken, ontstaan op een natuurlijke manier de ontwikkelingen die zo’n plein nodig heeft. Die bedenk je niet achter de tekentafel, maar samen met gebruikers en belanghebbenden. Precies zoals bij ons gebeurt in de Woonkeuken en De Stadsbeweging.’

Volgens Kolkman sluit de verbroedering van De Plekkenmakers aan bij bestaande initiatieven. ‘De huidige stakeholders hebben zich verenigd in ‘Kus het Broederenplein wakker’, een uniek samenwerkingsverband. Het is goed dat bewoners, ondernemers en vastgoedeigenaren zich roeren. Wij moeten gebruikmaken van het momentum en nu doorpakken.’

Ook Mentink is voorstander van de ‘benadering vanuit de mens’, maar ziet een combinatie met de stedenbouwkundige aanpak van Studio Hartzema ook wel zitten. ‘Je kunt de omgeving heel goed betrekken bij de vraag welke functies op zo’n plein gewenst zijn. Het slimme van het tweede concept is dat het kijkt hoe initiatieven binnen de bestaande stedelijke structuur passen. Beide concepten bijten elkaar niet, maar zijn aanvullend aan elkaar.’

San Gimignano

Het centrum van Vriezenveen moet compacter: de winkels zijn te verspreid over het lintdorp en het Manitobaplein heeft geen echte functie, behalve als parkeerterrein. Vriezenveen is ontstaan langs een historische as, die hier en daar nog steeds zichtbaar is, maar op veel plekken ook verdwenen is, aldus Architecten aan de Maas. Zij willen de geschiedenis weer zichtbaar, voelbaar en herkenbaar maken voor de verschillende gebruikers. Dat vraagt om het duidelijker ordenen van functies en het beter definiëren van plekken.

Bouw een uitkijktoren midden in Vriezenveen, naar voorbeeld van de torens van San Gimignano”

Het repareren van de ruimtelijke structuur zit hem ook in duidelijke, nieuwe architectuur: gebouwen met een menselijke maat die aansluiten op de bestaande korrelgrootte. ‘Ga niet kopiëren, maar ga na wat de bestaande gebouwen kenmerkt, qua compositie, materiaalgebruik, schaal en structuur. Hierdoor zullen oud en nieuw een dialoog met elkaar aangaan’, aldus Architecten aan de Maas. Om de historische as beter zichtbaar te maken, stelt het bureau voor om een uitkijktoren te bouwen midden in Vriezenveen, naar voorbeeld van de Toscaanse torens van San Gimignano.

Volgens Kolkman is de benadering van Architecten aan de Maas ‘logisch’. ‘Hoe kun je de oude identiteit herstellen en weer van de mensen laten zijn? Daarvoor moet je teruggaan naar de genen van het dorp. Bedenk daarbij wel dat ontwikkelingen altijd tijdelijk zijn. Creëer dus ruimten met adaptief vermogen. Functies moeten eenvoudig kunnen veranderen. Op die manier is ook zo’n uitkijktoren duurzaam van zichzelf. De torens van San Gimignano zijn ook niet gebouwd omdat ze later als een toeristische attractie moesten dienen.’

Sterk aan het plan van Architecten aan de Maas, is volgens Mentink de menging van functies. ‘Ik was bang dat het Manitobaplein alleen maar een ontmoetingsplek zou worden. Maar de architecten hebben goed gekeken hoe je het verkeer kunt integreren in het gebied.’ Of de uitkijktoren er moet komen, liet ze in het midden. ‘De symbolische waarde spreekt me aan; zo’n toren kan mensen verbinden en de bewoners trots maken op hun dorp. Maar ik weet niet of de Vriezenveners zo’n toren wel pruimen.’

Zachtere waarden

Het Lübeckplein in Zwolle ligt er na werktijd verlaten bij. Door het ontbreken van groen is het er op zomerse dagen verschrikkelijk heet. De gemeente Zwolle wil Hanzeland, de stille wijk achter een van de drukste spoorwegstations van Nederland, meer leven inblazen. Daarom wordt gezocht naar een nieuwe invulling voor het Lübeckplein. JHK Architecten en Studio Hartzema zien die opdracht als ‘een oefening in het leggen van verbindingen die er nog niet zijn’. De bureaus willen Hanzeland meer koppelen aan de IJssel en het groene achterland. Dat vraagt niet om ‘een groot project’, maar om ‘een stip op de horizon’.

Zachtere waarden zijn te bereiken door meer groen en wateropvang toe te voegen”

Het Lübeckplein heeft in hun ogen niet meer massa nodig, maar juist ‘een liefdevol antwoord op de hardheid van de bestaande stedelijke ontwikkeling’. De zachtere waarden zijn volgens de architecten te bereiken door (veel) meer groen en wateropvang toe te voegen. Een nieuw gebouw met groene gevels legt de verbinding met het buitengebied en kan ‘een draaipunt’ zijn voor toekomstige ontwikkelingen. Bewoning door studenten zorgt voor levendigheid, ook na kantoortijd. Groene stoepen, bomen en wateropvang brengen verkoeling in de zomer.

Volgens Ten Hag is een gebouw alleen niet voldoende om het Lübeckplein aan te pakken. ‘Je moet kijken hoe je heel Hanzeland meer open en transparanter kunt maken. Met het groen en water uit dit plan ben je wel op de goede weg om de wijk aan de stad of het buitengebied toe te voegen. Daar liggen kansen, met Hamburg als goed voorbeeld.’

Van Haaf vond de plannen van JHK en Hartzema er mooi uitzien. De nieuwe inrichting zorgt voor meer beleving en kan het plein 'klimaatadaptief en hittestressbestendig' maken. Maar het huidige gebouw op het plein staat er nog niet zo lang. ‘Zijn er nog andere opties dan sloop?’, wilde Van Haaf weten. Volgens de architecten kan het bestaand gebouw ook gestript worden en een nieuw, groen omhulsel krijgen. Zo’n ingreep kan een heel gebied vlottrekken, benadrukten zij nog maar eens.