'Na paar kwartalen pijn komen de roaring twenties terug'

'Na paar kwartalen pijn komen de roaring twenties terug'
Jeroen Lokerse, directeur Cushman & Wakefield Nederland.

Smart buildings zijn er niet, constateert Jeroen Lokerse, directeur van Cushman & Wakefield Nederland in aflevering vier van Yardi PropTech Insights. 'Je kunt wel technologie in gebouwen hangen, maar die technologie is over vier jaar alweer verouderd. Terwijl gebouwen tientallen jaren meegaan. Dat gebouw moet vervolgens flexibel en duurzaam zijn.'

De videoserie Yardi PropTech Insights is geïnitieerd door Yardi Systems. Wat merkt Lokerse van de digitalisering in vastgoed? ‘Dat er iets gebeurt. Wat dat is? Heel veel partijen realiseren zich nu wat data voor hen kan betekenen. Dat je, als je datagedreven werkt, je betere keuzes kunt maken. Ik ben blij dat die ontwikkeling er is. Mijn persoonlijke ambitie is om vastgoed transparant te maken. Dat betekent data over vastgoed verzamelen, analyseren en beschikbaar maken voor de markt. Denk aan rapporteren over hoe duurzaam vastgoed is, over kansen in vastgoedmarkt en over de toekomst van werken. Maar ook: In vijf jaar verrichten we zo’n honderdduizend taxaties. Met die data daaruit geven we klanten adviezen, maar die data delen we ook met toezichthouders, banken en met beleggers.’

Aflevering 4: Jeroen Lokerse van Cushman & Wakefield Nederland

Liever risicomanagers

Taxeringen gebeuren niet voor niets, constateert Lokerse. ‘Het is belangrijk dat onze adviseurs puntwaarderingen geven aan vastgoed, maar daar gaat het niet om. Wij zijn veel liever risicomanagers die op basis van data-adviezen geven aan klanten over hoe de waarde van het vastgoed zich de komende jaren ontwikkelt. Welke cashflows zitten daarin? Welke risico’s zien we aankomen voor jou als belegger? Daarmee bieden we dus meer professionele services.’

Dat is één aspect van data. De andere is smart buildings. Lokerse constateert dat die term niet klopt. Het zijn volgens hem losse technologiemodules die je in gebouwen hangt. ‘Die kunnen er naar gelang behoefte en gebruik worden vervangen. Je kunt wel technologie in gebouwen hangen, maar die technologie is over vier jaar alweer verouderd. Terwijl dat gebouw tientallen jaren meegaat. Dat gebouw moet vervolgens zo flexibel mogelijk zijn en een zo klein mogelijke footprint hebben.’

Zaken veranderen snel

Wat gaat de coronacrisis voor vastgoed betekenen? ‘Ik ben ervan overtuigd dat we aan het eind van de crisis zitten. Het belangrijkste dat corona ons heeft geleerd is dat we ons ervan bewust zijn dat zaken heel snel kunnen veranderen. Het heeft ons ook geleerd dat het bijvoorbeeld niet normaal is om ’s ochtends lang in de file te gaan staan terwijl je, door een uurtje later te beginnen, die file omzeilt. Die autonomie moet je aan je medewerkers bieden. Zelfs de meest klassieke manager weet dat zijn medewerkers wel zo’n beetje overal kunnen werken.’

Kantoor relevanter dan ooit

‘Wil je gezamenlijk doelen realiseren, dan is het handig om bij elkaar te zijn’, constateert Lokerse. ‘Want werken doe je altijd samen, maar sommige taken kunnen ook op afstand worden uitgevoerd door de technologische ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden. Ik vind het kantoor relevanter dan ooit en dat zullen we op korte termijn ook duidelijk terugzien in de strategische keuzes over locatie en werkplek die nu door grote organisaties worden gemaakt. Vrijwel elke organisatie gaat terugkomen op de uitspraken van enkele maanden geleden dat werken digital first wordt, thuiswerken de norm is of de uitspraak dat het niet uitmaakt.’

Kantoor van de toekomst

‘Het kantoor van de toekomst is dus een plaats waar je medewerkers graag zijn’, vervolgt Lokerse. ‘Een plaats waar je liever bent dan thuis. De zakelijke ambities realiseren doe je daar met elkaar en daarvoor moet je elkaar in de ogen kijken. Google is daar heel ver in gegaan. Niet alle bedrijven hebben zoveel geld om zo’n paradijs te creëren, maar veel organisaties realiseren zich wel dat de medewerker het meeste uit zichzelf moet kunnen halen op kantoor. Het blijkt ook uit onze onderzoeken dat mensen heel graag op kantoor willen zijn, het merendeel van de week. Drie à vier dagen. Sommige mensen wellicht vijf of zes dagen. We moeten uit de rigide oude denkbeelden komen. Als iemand het fijn vindt om op zaterdag hier te komen werken omdat hij op een ander moment vrij wil zijn, waarom niet?!’

Roaring twenty’s

Lokerse is macro-econoom. Hoe kijkt hij aan tegen de economische vooruitzichten? ‘Ik denk dat we een tijdsgewricht a la de roaring twenties krijgen, maar dat we daarvoor nog wel een paar kwartalen pijn lijden. Ik denk dat Nederlanders weer hard gaan rennen als het kan. Maar als de steunmaatregelen stoppen, dan gaan organisaties pijn krijgen. In een aantal branches is de situatie heel anders dan voor Covid-19. Her en der gaan er faillissementen plaatsvinden en is er pijn. Maar je zult ook zien dat er nieuwe kansen en inzichten komen. In de logistiek bijvoorbeeld worden alle kansen waargemaakt. In de horeca en evenementen hebben organisaties pijn geleden en dat duurt nog wel jaren voordat je eruit bent.’

Woningmarkt in onbalans

Volgens Lokerse is er in de woningmarkt geen sprake van onbetaalbaarheid, maar van onbalans. ‘Ook in financierbaarheid. Heb je de mogelijkheid om vanuit je inkomen in aanmerking te komen voor financiering? Huren is op dit moment duur, in verhouding tot koop. Die onbalans wordt alleen opgelost door het creëren van meer aanbod. Bouwen, bouwen, bouwen. De overheid is veel te laat achter die onbalans gekomen. Dit is niet iets van nu. Dit roepen we al vijf à zes jaar. De partijen die toen zeiden dat we rechtse kapitalisten waren, zeggen nu ook bouwen, bouwen, bouwen.’

Een hard hoofd in

Van linkse partijen tot rechtse politieke partijen… Allemaal hebben ze in hun verkiezingsprogramma staan dat er één miljoen woningen moeten komen. Sommige noemen daarbij 2030. Is dat haalbaar? Lokerse: ‘Dat hangt er vanaf welke barrières er worden opgeworpen. De laatste drie jaar zijn de barrières niet naar beneden gegaan. Dat gaat over de regels wat er in die woningen mag, bijvoorbeeld in Amsterdam de 40-40-20-regel, maar ook over PFAS en andere milieueisen. Die complexiteit leidt er niet toe dat projectontwikkelaars sneller ontwikkelen of bouwers sneller bouwen. Ik heb er daarom zeker een hard hoofd in. Er is maar één iemand die hier de sleutel tot het oplossen van dit probleem in handen heeft en dat is de overheid. Die bepaalt wat er wel en niet mag en controleert de grondprijs.’

Bekijk ook de 3e aflevering van Yardi PropTech Insights
Met Bart van Twillert van Unibail Rodamco Westfield

Bekijk ook de 2e aflevering van Yardi PropTech Insights
Met Mark Kuijpers van Greystar

Bekijk ook de 1e aflevering van Yardi PropTech Insights
Met Richard Gerritsen van Yardi Systems

Dit artikel is gesponsord door Yardi

Bezoek ook het partnerdossier op Vastgoedmarkt.nl