Ode aan de woningcorporaties

Ode aan de woningcorporaties

We staan voor een grote uitdaging om te zorgen dat wonen in de stad betaalbaar blijft en daarmee haar ziel behoudt en we ons verbonden voelen met de stad waarin we wonen. De historische rol van woningcorporaties en de overheid is bepalend gebleken voor hoe steden door heel Nederland er vandaag de dag uitzien, voor hoe buurten en wijken met haar eigen karakteristieken en voorzieningen zijn ontstaan. Een column van Elsbeth Quispel.

Als ik terugkijk naar meer dan 150 jaar historie van de woningcorporaties is er een continue wisselwerking zichtbaar tussen de invloed van de overheid op het beleid en de hoeveelheid betaalbare woningen die werden gebouwd. Evenals een zoektocht naar de juiste balans tussen bewegingsruimte en regulering. De huidige stand van zaken is wat mij betreft een veel te complexe situatie die woningbouw in het sociale en middensegment bemoeilijkt.

Krotten maken plaats voor nieuwbouwwijken

In de jaren twintig van de vorige eeuw werd onze hoofdstad bijna vier keer zo groot en groeide uit tot een grote moderne stad onder bezielende leiding van Floor Wibaut, een van de belangrijkste wethouders van Amsterdam van de vorige eeuw. Hij zette zich met groot succes in voor de volkshuisvesting. Onder het mom ‘een goede woning is een recht van elke burger’ werden krotten in de binnenstad onbewoonbaar verklaard, werden grote plannen voor nieuwbouwwijken gemaakt én uitgevoerd.

Een iconisch gebouw uit die tijd is Het Schip in Westerpark, maar ook Plan Zuid van Berlage van het Amstelstation tot het Olympisch Stadion. Het hoofddoel van Wibaut was: materiële en geestelijke verheffing van de arbeiders. Zij kwamen in mooie, schone buurten te wonen met gas, water en licht. Er was veel oog voor schoonheid in deze tijd van de Amsterdamse School - een stijl die op veel plekken in Nederland terug te vinden is - in groot contrast tot de fantasieloze, saaie en eentonige bouwstijl uit de 19e eeuw zoals in de Pijp.

Woningcorporaties

Na de Tweede Wereldoorlog hadden woningcorporaties zo mogelijk een nog grotere rol in de wederopbouw en het oplossen van de woningnood. Zo bouwden zij jarenlange kennis en ervaring op in stedenbouw en gebiedsontwikkeling. Stapsgewijs werd de financiële afhankelijkheid van woningcorporaties aan de overheid minder tot midden jaren negentig. Corporaties krijgen meer macht en de maatschappelijke rol wordt steeds ruimer uitgelegd.

Het gevolg was dat er heel veel activiteiten ontplooid werden, maar dat zij steeds minder betaalbare woningen realiseerden en er een ongelijk speelveld met marktpartijen ontstond.  Aan het begin van deze eeuw kwamen woningcorporaties hierdoor in een heel ander daglicht te staan; de Europese Commissie greep in met administratieve maatregelen. Bovendien kwam naar buiten dat een aantal corporaties de boot in was gegaan met investeringen en zelfverrijking.

Het oplossen van de woningnood is een complexe opgave waar veel stakeholders verantwoordelijkheid moeten nemen”

Sociale woningbouw in de knel

Met de Woningwet in 2015 zijn de corporaties weer terug bij hun kerntaak: sociale woningbouw. De vrijheid voor corporaties is hiermee aan banden gelegd ter voorkoming van ‘weglekken van maatschappelijk bestemd vermogen’. Vanuit het perspectief van de woningnood heeft het helaas een gevaar: door complexe wet- en regelgeving, de verhuurdersheffing, het verduurzamingsvraagstuk en hoge bouwkosten zit de bouw van sociale woningbouw evenals woningen in het middensegment in de knel.

Het oplossen van de woningnood is simpelweg een ontzettend complexe opgave waar veel stakeholders verantwoordelijkheid moeten nemen. Bovendien is een andere van oudsher maatschappelijke rol van de woningcorporaties meer dan ooit in het gedrang: de rol van gebiedsregisseur. We hebben, naast de verduurzaming van bestaande woningen, behoefte aan uitbreiding van steden. Door wijken en buurten toe te voegen die inclusief zijn en elkaar verbinden in plaats van met elkaar te concurreren.

In het verleden hebben de woningcorporaties als geen ander laten zien deze taak succesvol te kunnen volbrengen. Laten we de kennis en ervaring van woningcorporaties als natuurlijke partners van gemeenten en marktpartijen inzetten voor het waarborgen en creëren van inclusieve, leefbare steden voor iedereen. Vandaar een ode aan de woningcorporaties.

Elke maand verschijnt er een column van Elsbeth Quispel over een onderwerp dat gerelateerd is aan de waarde van de stad. Hierin geeft zij haar visie op de maatschappelijke relevantie van steden, stedelijke ontwikkeling en dus ook vastgoed. Deze visie komt tot stand vanuit intern onderzoek en dialoog met interne en externe stakeholders, in nauwe samenwerking met consultants en analisten uit ons Real Estate Strategy & Innovation team. Meer achtergrond is te vinden in de gelijk genaamde Insight: Ode aan de woningcorporaties

Real Estate Strategy & Innovation is de service line binnen Cushman & Wakefield die een leidende rol neemt bij data gedreven strategische adviesopdrachten binnen de vastgoedmarkt. Waarmee we als professional real estate services company strategie en executie aan elkaar verbinden en blijvende toegevoegde waarde leveren aan onze opdrachtgevers

De volgende column sluit aan bij ‘De waarde van de stad’ en gaat over de strategie en visie.

Dit artikel is gesponsord door Cushman & Wakefield.

Bezoek ook het partnerdossier op Vastgoedmarkt.nl