Dat blijkt uit een vergelijkend onderzoek door Vastgoedmarkt van de kantoorbeleggingsmarkten van Rotterdam en Utrecht. Met de positieve verhalen van vastgoedadviseurs als CBRE over de Rotterdamse kantorenmarkt hoeft het niet te verrassen dat de Maasstad beslag legt op de titel ‘Tweede kantoorbeleggingsstad na Amsterdam’. Verrassend is wel de voorsprong van Rotterdam. De stad van ‘niet lullen maar poetsen’ eindigt op bijna 1.300 miljoen euro, Utrecht stelt daar ruim 450 miljoen euro tegenover.
Veelzeggend is dat de Rotterdamse subtop van kantorengebieden het in de peilperiode beter doet dan de beste locatie in Utrecht. Vastgoedmarkt bracht de spreiding van de beleggingen in beeld over de postcodegebieden. In de Domstad haalt postcodegebied 3511 (westelijke binnenstad) het hoogste totaal aan kantoorbeleggingen met 107 miljoen euro. Dat is even hoog als in postcodegebied 3068 (Rotterdam Alexander).
Het Utrechtse postcodegebied 3528 met de kantorenwijk Papendorp doet het zelfs niet beter dan het Rotterdamse postcodegebied 3029 met Schiemond en Nieuw-Mathenesse.
Het tweede kwartaal is de periode waarin de Maasstad het verschil maakte. Alleen al in die drie maanden ging er bijna 700 miljoen euro zitten in Rotterdamse kantoren. Het geweld aan kantoorbeleggingen in Rotterdam roept wel de vraag op hoe evenwichtig de markt in de Maasstad is. Van iedere euro die besteed werd aan vastgoedbeleggingen in Rotterdam ging 60 cent naar kantoren. In dat segment ging in de Maasstad tien keer zoveel geld om als in winkelruimte, ruim zes keer zoveel als in bedrijfsruimten en in horeca en vijf keer zoveel als in woonruimte.
Zie ook de oktober-editie van Vastgoedmarkt, die 19 oktober verschijnt.