Nieuwe beurs, nieuwe geluiden. Genietend van een kop koffie viel mijn oog direct op onze buren: ‘Nieuw-Amsterdam, Stad van de toekomst’, stond er groot. Met die slogan breekt Cushman een lans voor bestuurlijke samenvoeging van de vijf grootste gemeenten in Nederland, inclusief het tussenliggende gebied. Dit als antwoord op de uitdagingen van de vierde industriële revolutie. Zonder effectieve samenwerking raken we vroeg of laat achterop in de urbanisatietrend. En daarmee dreigen we ook onze aantrekkelijkheid voor internationale investeringen te verliezen.
Realistisch? Niet echt, tenminste niet op de korte termijn. Maar ik hou van ambities, juist als ze op het eerste oog onmogelijk lijken. Het doet me denken aan Tristate City; een prachtig concept dat een paar jaar geleden door Peter Savelberg werd gelanceerd. Beide boodschappen komen op hetzelfde neer: met dat geklooi op de vierkante millimeter gaan we het in het stedelijk geweld van de komende decennia op wereldschaal niet redden. In plaats daarvan is het veel effectiever om onze urbane gebieden als één geheel te bezien en van daaruit ook te handelen. Toen ik naar rechts keek, zag ik in mijn ooghoek nog net de stand van de gemeente Dordrecht. Ik begreep precies de boodschap van Cushman.
Ik roep wel stellig dat dit niet realistisch is, maar voor een beetje herindeling draaien we onze hand niet om. Van de 1.121 gemeenten die we in 1900 nog hadden, zijn er nu nog 380 over. We kunnen het dus wel. Wat maakt dat plan dan ‘onmogelijk’? In de trein naar huis viel het kwartje. Die naam…! Wie verzint dat? Was dit de rijke oogst van wilde fantasieën op een druilerige heidag? We annexeren de Randstad, gooien een lasso om Brabant en noemen ons kindje: ‘Nieuw-Amsterdam’.
Dagje richting Amsterdam Beach
Toegeven, in het kader van city marketing loont het om de druk op toeristisch Amsterdam enigszins te verlichten door nietsvermoedende toeristen een dagje richting Amsterdam Beach (Zandvoort) te sturen. Of ze een leuke roadtrip naar Drenthe aan te bieden, waar ze letterlijk een paar dagen in ‘Nieuw-Amsterdam’ ondergedompeld kunnen worden: Amsterdam Rural.
Maar één bestuurslaag onder de naam ‘Nieuw-Amsterdam’ is toch wat anders. Is hier draagvlak voor? In elk geval kochten vorig jaar meer Amsterdammers een woning in een van de andere grote steden, dan omgekeerd. Sterker nog, drie keer zoveel! Ik zou het nog niet direct een exodus willen noemen. Maar het geeft wel te denken. Blijkbaar hebben die andere steden ook zo hun aantrekkingskracht.
Eindhoven wordt Nieuw-Amsterdam-Zuid
Onderliggend is al een tijdje een patroon te zien dat steden met een eigen profiel geliefder worden. Een goed voorbeeld daarvan is Eindhoven, in de toekomst Nieuw-Amsterdam Zuid. De stad is hét symbool van industriële innovatie en wordt daar internationaal ook om gewaardeerd. De stad groeit als kool, er ontstaat nieuwe werkgelegenheid, van heinde en verre wordt talent aangetrokken en oude stadslocaties worden herontwikkeld tot aantrekkelijke wijken. Een eigen, herkenbare profilering kan dus wel.
Zonder flauwekul, het gaat hier natuurlijk om sentiment. Als professioneel Brabander vermoed ik dat de naam ‘Nieuw-Amsterdam’ in onze contreien niet tot heel veel warme gevoelens leidt. Een mini omgevingsonderzoek om dat te staven, resulteerde in een gevoelstemperatuur ver onder nul. Voordat het definitieve besluit valt, misschien aardig om dit op een wat grotere schaal ook eens in Rotterdam te onderzoeken …?
Groot-Brabant klinkt sympathieker
Ik geloof dat velen best beseffen dat het statement van Cushman & Wakefield valide is, namelijk het veel effectiever organiseren van (stedelijke) oplossingen die ons allemaal beter maken. Maar hoe worden we het in hemelsnaam eens over die naam? Groot-Brabant klinkt mij al een stuk sympathieker in de oren. Bijkomend voordeel: gratis Bourgondische gezelligheid, niet alleen tijdens de Provada.
Over de auteur
Maarten Donkers is hoofd Kennis & Sturing bij Rabo Real Estate Finance.