Dat schrijft Savills in het op 4 juni gepubliceerde onderzoeksrapport Market in Minutes-The Netherlands Q2 2018. Het rapport vergelijkt een aantal fundamentele kenmerken van de vastgoedmarkt van 2006-2007 met de huidige markt. Volgens de meeste kenners bevindt de markt zich in de laatcyclische fase. Op dit moment profiteert Nederland van een relatief lage langetermijnrente van 0,69 procent op staatsobligaties. De scherpste aanvangsrendementen liggen op een niveau van 3,5 procent, wat resulteert in een verschil tussen de rente en de aanvangsrendementen van vastgoed, de zogenaamde yield gap, van 2,8 procent.
De yield gap is daarmee aanzienlijk groter dan in 2006-2007. In die tijd bedroeg de langetermijnrente 4 procent, waardoor er nagenoeg geen yield gap was. Zelfs als de rentetarieven enigszins zouden stijgen, blijft er nog steeds een structurele yield gap bestaan. Door de stabiele economische situatie zien buitenlandse beleggers de Nederlandse markt als zeer aantrekkelijk. In het eerste kwartaal van 2018 was ongeveer 64 procent van het totale Nederlandse beleggingsvolume afkomstig van buitenlandse investeerders.
De oorsprong van dat kapitaal is door de toename van investeringen uit Azië en het Midden-Oosten nu veel gevarieerder dan tien jaar geleden. Dit maakt de instroom van kapitaal stabieler dan ooit, constateert Savills. Met name in de kantorenmarkt is de afgelopen vijf jaar ongeveer 4 miljoen vierkante meter aan de voorraad onttrokken en er staan nog veel meer transformatieprojecten gepland. In de meeste steden is hierdoor een gezonder evenwicht tussen vraag en aanbod ontstaan. Nieuwe uitbreiding van de vastgoedvoorraad is onwaarschijnlijk, aangezien de regering nu een restrictiever beleid voert ten aanzien van nieuwbouwontwikkelingen.
Clive Pritchard, head of Country bij Savills in Nederland, licht toe: ‘In tijden van welvaart en economische groei blijven we onszelf afvragen: is de top bereikt en naderen we laagconjunctuur? Het antwoord lijkt 'nee' te zijn, we zien momenteel geen enkel teken van economische neergang. Dit betekent dat in bepaalde markten nog verdere huurgroei en yield compressie kan worden gerealiseerd. Als de economie onverwacht toch zou stagneren, dan zou de Nederlandse vastgoedmarkt er op basis van de drie hierboven beschreven factoren, veel duurzamer op reageren.’