Nieuw Centrumplein Amsterdam-Noord: 24/7 levendigheid

Nieuw Centrumplein Amsterdam-Noord: 24/7 levendigheid
Rondetafelgesprek tijdens de Provda, vlnr: Merel Pit (De Architect), Sebastiaan Jansen (KOW Architecten), Martijntje Stam (gemeente Amsterdam), Jos van Eldonk (Common Affairs) en David Tattersall (gemeente Amsterdam).

Het binnenkort te ontwikkelen Centrumplein in Buikslotermeer moet komende jaren uitgroeien tot hét bruisende hart van Amsterdam-Noord. Dat gebeurt met een mix van wonen, werken, veel groen, winkelen en uitgaan. Hoe ontwerp je zoiets? Deze vraag stond centraal bij een rondetafelgesprek op het Architectenplein tijdens de Provada.

Een transformatie van monofunctioneel winkelgebied naar een echt centrumgebied met 24/7 reuring: dat wil de gemeente graag met dit gebied in Noord, aldus stedenbouwkundige en projectleider Martijntje Stam van de gemeente Amsterdam tijdens een presentatie op de Provada over de plannen. Het plein ligt tussen station Noord en winkelcentrum Boven ’t Y.

Tijdelijke aard

Dat het Buikslotermeerplein er op dit moment al een stuk fraaier uitziet dan een paar jaar geleden, maken twee foto’s duidelijk: in 2019 was het plein een groot parkeerterrein, anno 2023 heeft het blik plaatsgemaakt voor gras en een grote bioscoop met andere uitgaansfuncties. Stam: 'Je ziet nu mooie dingen van tijdelijke aard ontstaan. Tijdens tussenuren komen bijvoorbeeld scholieren naar deze plek om te basketballen of te skaten. Verder is er een vlindertuin. Een mooi initiatief, omdat de bedenker van de tuin de ecologie in de stad zo zichtbaar maakt.'

'Het nieuwe Centrumplein wordt een ruim, groen ingericht plein dat qua oppervlakte net zo groot is als de Dam', vervolgt Stam. 'Het voorlopige idee is een ontwerp waarbij het Centrumplein eigenlijk vier verschillende pleinen omvat, terwijl ze samen toch één geheel gaan vormen. Elk plein krijgt een eigen karakter. Het grootste plein wordt een groen cultuurplein: een plek waar ook evenementen gehouden kunnen worden. Zo is Cinekid, het mediafestival voor kinderen, vorig jaar al op deze plek neergestreken. Ook wordt onderzocht of meer water in het gebied kan komen.'

Rondom het plein moeten enkele in het oog springende gebouwen verrijzen, met op de begane grond onder meer kantoren, horeca en cultuur: dit soort functies zorgen er uiteindelijk voor dat dit een levendige, stadse plek wordt. Bewoners, bezoekers en ondernemers worden nauw bij de planvorming betrokken.

Bowling blijft

Stam: 'Met de Bowling en ’t Warderschip heeft het plein al twee beeldbepalende gebouwen: samen met het nieuw te bouwen Cultuurcluster zijn dat de aanjagers van het gebied.' De Bowling is een karakteristiek gebouw en stond op de nominatie om gesloopt te worden, maar is - samen met ’t Warderschip - onderdeel van de geschiedenis van het plein.

Met al deze ontwikkelingen willen we dit plein betekenis geven”

De sloop gaat niet door: de Bowling wordt gerenoveerd en gaat onder meer gebruikt worden als buurtcentrum. ’t Warderschip wordt deels gesloopt, maar de bestaande woningen blijven. De onderste twee lagen worden echter vernieuwd en uitgebreid. Ook komt er een woontoren van maximaal 70 meter naast ’t Warderschip. Stam: 'Met al deze ontwikkelingen willen we dit plein betekenis geven.' Ook worden er drie grote kavels in het gebied getenderd. Het is de bedoeling dat hier gebouwen met een mix aan functies komen.

Inspiratie architect

Om zich te laten inspireren, deelde architect en creatief directeur Sebastiaan Jansen van KOW Architecten zijn ideeën voor het centrumgebied in Amsterdam-Noord. 'Je ziet een aantal pleintjes door hele gebied ontstaan, elk met een eigen gebruik en functie. Het hoofdplein is een serieus ding: het is ongeveer een derde van het Museumplein. Wat gaat daar gebeuren? Is dat een prettige ruimte om te verblijven? Moet die pleinruimte niet iets compacter zijn om je er prettig te voelen? Je kunt de kavels iets groter maken, zodat de pleinruimtes compacter worden. Dan ontstaat er een soort doorwaadbare stad van geschakelde pleintjes.'

Jansen laat een paar interessante voorbeelden van projecten zien waar zijn bureau bij betrokken is en waar sprake is van een interessante mix van functies. Zoals een plek in het centrum van Den Haag: voorheen een dood stukje stad, maar door een functiemix van wonen, werken en een foodcourt nu bijna 24/7 levendig.

Bekijk het volledige gesprek tijdens de Provada.

Follies zorgen voor logische looplijnen

Is het niet mogelijk om de pleintjes compacter te maken, dan kan Amsterdam kiezen voor het maken van een paar follies. 'Je hebt een paar mooie voorbeelden in Sloterdijk. Follies zorgen er voor dat de looplijnen over het plein wat logischer worden.' Ander idee is een (gedeeltelijke) overkapping voor het plein. 'Dan kun je ook evenementen in minder zomerse omstandigheden laten plaatsvinden.' Tenslotte laat Jansen een paar voorbeelden zien van zogenaamde combinatiegebouwen, waarbij binnen één gebouw meerdere plekken voor ontmoeting zijn gerealiseerd.

Ik vind zo’n groot, groen plein ook wel wat hebben, vooral als je vanaf het stationsgebied komt”

Over het compacter maken van het plein zegt Stam dat in 2021 in een projectnota is vastgesteld dat er een groot cultuurplein gaat komen met veel groen. 'Ik vind zo’n groot, groen plein ook wel wat hebben, vooral als je vanaf het stationsgebied komt. Het formaat van het plein komt onder andere voort uit de groenopgave.'

Noord wil licht, lucht en ruimte

Ook Jos van Eldonk, partner bij Common Affairs en deelnemer van het rondetafelgesprek, kent het gebied goed: hij is sinds 2006 supervisor van de herontwikkeling van het naastgelegen winkelcentrum. De eerste plannen gingen volgens hem uit van een compact en stedelijk centrumgebied, maar dat past meer bij de binnenstad van Amsterdam. 'Noord is moderne stedenbouw en wordt gekenmerkt door licht, lucht en ruimte. Daarom willen we geen compact plein maken dat aan de klassieke regeltjes voldoet. De vraag is: hoe combineer je de charme van een dynamische stad met het licht-, lucht- en ruimteprincipe van Noord? Het moet geen Vondelpark worden, omdat daaromheen geen programma is. Het Centrumplein wordt ook zeker geen park, maar een parkachtig plein mét een programma er om heen.'

Externe partijen welkom

In principe gaat de gemeente – verantwoordelijk voor de openbare ruimte - de aanleg van het Centrumplein betalen, zegt projectmanager David Tattersall van de gemeente Amsterdam. 'Die investering is in de begroting opgenomen. Als het gaat om een bepaalde invulling, zoals een paviljoen, dan is het niet gezegd dat de gemeente daarin voorop moet lopen. We staan open voor andere partijen die willen investeren.'

Gespreksleider Merel Pit van De Architect gooide een balletje op om als gemeente te beginnen met de aanleg van de openbare ruimte. Ze zag dat bij een gebiedsontwikkeling rondom de haven van Kopenhagen: omdat was begonnen met de aanleg van de openbare ruimte, ging de waarde van omliggende panden omhoog. En daarmee nam de belangstelling van investeerders in het gebied toe. Tattersall: 'We zijn nu al aan het experimenteren met partijen die een programmatische invulling aan het plein willen geven. Denk aan de vlindertuin, maar straks ook de Bowling: niet alleen in het gebouw zelf, maar ook daar omheen, met een programma naar buiten. Het is leuk om te zien dat andere partijen dan de gemeente al bezig zijn in die openbare ruimte.'

De noodzaak van kunst en cultuur

Het is belangrijk om kunst en cultuur ruimte in het gebied te geven, zegt Marcel Loosen van ABC Vastgoed. Zijn kantoor is gevraagd om de initiatiefnemers van het Cultuurcluster te ondersteunen. Zijn visie: als je een goed cultuurcluster creëert, heeft dat een enorme impact op het hele gebied. 'Neem als voorbeeld de wijk Wynwood in Miami. Dat was een plek waar je niet dood gevonden wilde worden, een non place. Totdat daar kunstenaars met streetart aan de gang gingen. Nu is het een van de meest gewilde plekken van Miami, waar iedereen wil wonen. Na kunst en cultuur kwamen designwinkeltjes en restaurantjes. Op die manier krijgt je ook een mix van doelgroepen.' Van Eldonk beaamt dat er een goede mix van programma’s nodig is, anders verlies je de levendigheid. 'Zeker het cultuurprogramma heb je hard nodig.'

Hoe krijgen we die kantoren toch zover om hier meters te gaan maken? Of moeten we dat juist niet nastreven?”

Het is nog de vraag of er hybride gebouwen in het gebied nodig zijn, zegt Stam. 'Wat we nu in de markt zien, is dat kantoren liever op andere plekken zitten in de stad. Terwijl we de potentie juist wel zien: met de metro ben je slechts twee haltes verwijderd van het Centraal Station. Hoe krijgen we die kantoren toch zover om hier meters te gaan maken? Of moeten we dat juist niet nastreven? De markt is nu zo gericht op wonen, wonen en wonen. En misschien is de toekomst van het kantoor wel thuis.'

‘Timmer tender niet dicht’

Architect Jansen zegt dat kantoren in een gebied gedurende de hele dag traffic genereren. 'Je zou bij de uitvraag aan een marktpartij kunnen vragen met een andere programmamix te komen, maar die die levendigheid wel faciliteert. Denk aan een woonvorm die thuiswerken stimuleert. Timmer de tender niet helemaal dicht, met zoveel vierkante meter zus en zoveel vierkante meter zo. Stel de vraag aan een marktpartij meer open: hoe creëer je 24 uur levendigheid in en rond een gebouw? Ik weet zeker dat je vijf verschillende inzendingen krijgt die allemaal een eigen antwoord geven.'

Je moet echt uitkijken dat je niet alle leven naar binnen haalt, dat je alles uit die stad zuigt”

Van Eldonk zegt dat elk nieuw gebouw aan het Centrumplein een plint krijgt die bijdraagt aan levendigheid binnen en buiten. In zijn ogen moet je voorkomen dat je een groot gebouw krijgt waarin alles binnen gebeurt, zoals het Forum in Groningen. 'De hele dynamiek gaat via een kleine deur naar binnen. Het wordt bejubeld om de levendigheid intern, maar in relatie tot de stad vind ik dat armoedig. Je moet echt uitkijken dat je niet alle leven naar binnen haalt, dat je alles uit die stad zuigt. Het is goed dat er binnen een gebouw meerdere functies komen, maar je wil vooral ook levendigheid in die openbare ruimte behouden. Daar gaan we als gemeente op echt op sturen.'

Dit artikel is gesponsord door gemeente Amsterdam.