Wijkwinkelcentra met een of meerdere supermarkten in combinatie met ‘local heroes’ doen het goed tijdens de coronacrisis, ziet Jaap van der Bijl. 'Dat zien we ook terug in de huurbetalingen. Die ‘convenience’ winkelcentra blijven goed overeind. Supermarkten en andere winkeliers in de voedselvoorziening, zoals bakkers en slagers, doen goede zaken en ook andere winkels voor de dagelijkse boodschappen, zoals drogisterijen, halen een hogere omzet. Al voor de uitbraak waren de centra in trek bij de consument en dat blijven ze, ook omdat meer thuis wordt gekookt en gegeten.'
Dagelijkse boodschappen
Volgens Van der Bijl zal het segment van de dagelijkse boodschappen ook na de versoepeling van de coronamaatregelen goed blijven draaien. 'Consumenten zijn wellicht nog wat voorzichtig en hygiënebewust en doen daarom liever boodschappen dicht bij huis. De uitbraak van het virus maakt ook dat mensen bij horecabedrijven een reservering moeten maken. Soms moet van te voren worden betaald. Dat zal van invloed zijn op de animo restaurants te bezoeken en daarmee de omzet van supermarkten en kleine winkeliers in de voedselvoorziening stimuleren.” Afnemende werkgelegenheid zal waarschijnlijk ook een rol gaan spelen, denkt Van der Bijl. “De werkloosheid zal oplopen. We gaan van crisis naar recessie en daarna hopelijk naar herstel, maar of dat snel gaat moet nog blijken. Dat betekent dat er huishoudens zijn met minder inkomsten. Die mensen zullen voor besparingen op hun niet-dagelijkse en luxe uitgaven kiezen.'
Ook ziet hij positieve omzeteffecten in specifieke branches op specifieke plekken. 'De schoenenzaak naast de supermarkt doet het goed. Consumenten gaan vanwege de restricties minder naar het centrum van de stad om schoenen te kopen. En ook bijvoorbeeld fietsspeciaalzaken noteren een hogere omzet. Mensen mijden openbaar vervoer, zij vinden parkeergarages op dit moment niet prettig en kopen een fiets om zich veilig te kunnen verplaatsen.' Van der Bijl is dan ook blij dat zijn retailfonds een aantal jaren geleden de focus heeft gelegd op ‘food & convenience’. 'We hebben een portefeuille die dominant is op dagelijkse boodschappen, voedsel en basics. Al die winkels zijn open, ze maken omzet en de huren worden betaald. Ook kappers en schoonheidssalons kunnen weer aan de slag.'
Maatwerk
Betekent dit dat Altera maar weinig gesprekken voert over huurverlaging of huuruitstel? 'Aan die kant is dat niet echt een issue. Dergelijke gesprekken vinden wel plaats als het gaat om fashion, non-food of horeca op binnenstedelijke locaties, al hebben we daar niet zoveel van.' Van der Bijl constateert daarbij een belangrijk verschil tussen lokale ondernemers en grote ketens. 'Kleine ondernemers willen vaak maar al te graag doorgaan. Wij kijken naar de kracht van dergelijke retailers, de onderliggende vitaliteit en solvabiliteit van het businessmodel en de vraag vanuit de consument. Het kan zo zijn dat zij door de anderhalvemetersamenleving geen kans meer hebben om zich te herstellen, maar we proberen retailers met maatwerk te helpen. De grote (internationale) fashionspelers denken heel anders. Die zijn aan het rationaliseren en zij besluiten heel makkelijk de huur dan maar niet te betalen. Met hen vinden veel meer gesprekken plaats.'
Welke invloed heeft de crisis op het gedrag van consumenten? Van der Bijl denkt dat de consument wat gevoeliger zal worden voor de vraag of producten eerlijk, duidelijk en lokaal zijn. 'Wij zien meer belangstelling ontstaan voor lokaal aanbod, uiteenlopend van lokaal geproduceerd voedsel tot lokale producten. Of sprake is van een maatschappelijk reveil, dat durf ik nog niet te zeggen, maar consumenten stellen zich meer onderzoekend op. Als die trend zich doorzet, dan kunnen lokale producenten en winkeliers daarvan profiteren.'
E-commerce
Daarnaast houdt hij rekening met een groei van e-commerce. 'Elke retailer wordt een ‘omni channel player’ Wie begint nog een winkel zonder internetkanaal en bezorgmogelijkheden? De afgelopen maanden hebben we gezien dat zelfs sterrenrestaurants maaltijden bezorgen. Vroeger was dat ondenkbaar. Iedere ondernemer gaat snappen dat het niet alleen gaat om fysiek bezoek, maar dat ook een manier moet worden gevonden om de omzet te verhogen door afhalen en bezorgmogelijkheden. Het zou goed kunnen zijn dat de pure e-commerce bedrijven daarvan meer concurrentie gaan ondervinden.'
Krijgen middelgrote steden zonder bijzondere aantrekkingskracht het straks niet extra moeilijk? 'Dat denk ik wel. Een aantal grotere ‘leisure & pleasure’ steden zijn attractief genoeg. Er zijn voldoende redenen voor consumenten om in die steden te verblijven en ook nog te winkelen, maar in die middelgrote, niet zo boeiende steden zullen de winkelgebieden compacter moeten worden. De afgelopen tien jaar is het horeca-aanbod in de binnensteden sterk gegroeid. Zeker als de recessie doorzet, dan zal een dergelijke mix niet kunnen voortbestaan. Extra winkels vormen daar niet de oplossing. Daar is transformatie naar bijvoorbeeld wonen noodzakelijk, maar dat is niet altijd makkelijk. Dat vraagt veel tijd.'
Het convenience retail fonds van Altera vastgoed omvat 50 assets met in totaal circa 700 winkelunits. De portefeuille vertegenwoordigt een waarde van circa 725 miljoen euro. Sinds 2017 is de strategie gericht op ‘food & convenience’. De portefeuille bestaat voor bijna driekwart uit winkels voor de dagelijkse boodschappen. Altera bezit in een aantal binnensteden nog wel andersoortig winkelvastgoed, maar uiteindelijk zal een volledige omslag worden gemaakt. Bijna dertig binnen- en buitenlandse institutionele beleggers hebben in het Altera winkelfonds geïnvesteerd.
Dit artikel is gesponsord door Altera
Bezoek ook het partnerdossier op Vastgoedmarkt.nl