Inmiddels is bekend geworden dat de bouwers Fluor, Hochtief en Heijmans het werk aan het project hebben neergelegd. Vanwege een conflict met Rijkswaterstaat, nadat al eerder dit jaar duidelijk was geworden dat het niet wilde vlotten met het voorlopig ontwerp. De beoogde kosten van het in de loop van de jaren flink uitgeklede Zuidas-project lagen twee jaar geleden op circa 2 miljard euro, maar dat bedrag zal beslist onvoldoende blijken. De financiering – en dus ook het risico - ligt overigens bij de opdrachtgevers het Rijk, de gemeente Amsterdam, de Vervoerregio Amsterdam, de provincie Noord-Holland, NS en de Europese Commissie middels een TEN-T subsidie. Met andere woorden: het risico wordt vrijwel afgewenteld op de belastingbetaler.
En dan te bedenken, dat de het Zuidasdok er nu had kunnen liggen. Al in maart 2005 werd de voormalige bestuurder van ING Real Estate, Jan Doets als ‘kwartiermaker’ aangesteld en twee jaar later volgde de oprichting van de Amsterdam Zuidas Onderneming, die weliswaar ook uitging van een investering van 2 miljard euro, maar waarbij een belangrijk deel van de kosten zou worden terugverdiend met vastgoedinvesteringen op het geheel onder de grond gestopte dok. Het was toen ook de bedoeling dat de financiering voor 60 procent zou worden opgehaald bij private partijen en dus niet bij de belastingbetaler.
Dat dit allemaal niet is door gegaan, heeft slechts voor een deel te maken gehad met de vastgoedcrisis. Van het begin af aan bestond er grote twijfel over de noodzaak van dit infrastructureel ingrijpend project. Met als centrale vraag: weegt de overlast over een periode van meer dan 10 jaar die het aanleggen van het Zuidasdok voor de huurders, eigenaren en gebruikers van de Zuidas op tegen de beoogde infrastructurele voordelen?
Nee dus. In mijn commentaar in de Vastgoedmarkt van maart 2006 (!) maakte ik de opmerking ‘800 miljoen euro overheidsgeld voor een stukje ondergronds infrastructuur van 1,2 kilometer, waarvan niet eens is komen vast te staan dat het ook daadwerkelijk iets doet aan de verkeerscongestie op de A10; dat is nog eens investeren op risico.’ Daarna is het antwoord op die impliciete vraag alleen maar twijfelachtiger geworden. Toch zijn er de afgelopen tien jaar steeds optimisten bij de gemeente Amsterdam en het Rijk geweest die meenden dat het mogelijk zou zijn het een en ander binnen de begroting en in tien jaar te redden.
De werkelijkheid heeft echter het optimisme gelogenstraft. De tijd is gekomen om de huidige plannen alsnog te staken en naar een veel simpelere vorm van doorstroming van het auto- en treinverkeer via de A10 te kijken. En vooral om beter te luisteren naar de gebruikers, eigenaren en adviseurs die nu de Zuidas bevolken en die helemaal geen behoefte hebben op nog eens tien jaar wachten op een oplossing.
De Zuidas als locatie kan twintig jaar na de eerste stappen aan de zuidkant van de A10 tot een succes worden bestempeld. Vooral dankzij het herstel van de economie na de vastgoedcrisis. Maar ik blijf ervan overtuigd dat als de geplande werkzaamheden echt van start gaan – en dat is nog maar de vraag– veel eindgebruikers alsnog op zoek zullen gaan naar een andere kantoorbestemming vanwege de overlast die immens zal zijn. Het Zuidasdok kan de komende tien jaar een open graf voor de stad Amsterdam worden in plaats van de ooit bedoelde oplossing voor een infrastructureel probleem.
Over de auteur
Ruud de Wit is oud hoofdredacteur bij Vastgoedmarkt (2001 tot 2010)