De Plekkenmakers haalden met hun stelling van de dag op 5 juni de zachte kant in de doorgaans zakelijke vastgoedprofessionals naar boven. Die luidde als volgt: Kantoren zijn alleen rendabel met toevoeging van woningen. Opvallend veel van de ruim 200 respondenten gaf aan dat rendabel niet alleen financieel gewin moet betekenen. Een project moet ook meerwaarde in geluk opleveren, gaven veel Provada-gangers aan.
Amstel III
De stelling zelf gaf weinig aanleiding tot verhitte discussies. Bijna iedereen was het ermee eens dat extra woningen niet slecht zijn voor het rendement, maar niet per se noodzakelijk zijn daarvoor. Woningen zijn vooral een zegen voor monofunctionele gebieden. Die zijn nu niet duurzaam zijn, want na vijven zijn de gebouwen en straten leeg. Met de toevoeging van woningen en voorzieningen ontstaat veiligheid. Maar het is moeilijk voor te stellen dat het troosteloze bedrijvengebied Amstel III straks een bruisende plek is om je hele leven door te brengen, poneerde iemand.
Mobiliteitsproblemen
Met de toenemende urbanisatie en de druk op het verkeersnet is het echter cruciaal dat werken, wonen, winkelen, recreëren en ontmoeten bij elkaar komen, gaven andere geïnterviewden aan. Minder files, minder vervuiling en mobiliteitsproblemen die worden opgelost. En een beter rendement voor marktpartijen, als ze tenminste op de juiste plekken ontwikkelen, zoals goed ontsloten ov-locaties.
Online alles al gemixt
De Plekkenmakers constateerden dat mensen zich sowieso moeilijk een voorstelling kunnen maken van een ander soort inrichting van hun stad en leven. ‘Ook als mens moeten we een brainswitch maken. Nu zijn we gewend met de auto naar kantoor te rijden en terug en lang in de file te staan. Online mixen we alles al constant, maar in fysieke wereld is alles nog heel analoog; een aparte fabriek, een apart kantoor en winkelcentrum. De geïnterviewden signalaren dat we alles dichter bij elkaar moeten brengen, vermengen en optimaliseren’, aldus plekkenmaker Glenn van der Vleuten.
‘Willen we naar dat optimum, dan moeten we uit onze gewoontes breken. Nu zitten we ons eigen geluk in de weg omdat we gewoontedieren zijn’, filosofeert Michel Kolenbrander erop los. ‘Door nieuwe manieren van wonen en werken ontstaan niet alleen nieuwe gebieden maar wellicht ook een nieuwe mens.’