Dat bleek tijdens een rondetafel over de hoogbouwnota Eyeline en Skyline op 7 juni op het Transformatieplein. Tot 2040 wil de gemeente er 50.000 woningen bij hebben. Een van die manieren om daarvoor te zorgen is hoogbouw. Maar dan wel hoogbouw die bijdraagt aan een aantrekkelijk stedelijk leefmilieu.
Tevredenheid was er aan de rondetafel over het feit dat de gemeente een visie heeft geformuleerd over grootschalige hoogbouw op locaties als het Central Innovation District en de Binckhorst. De gemeente kreeg ook nog wat wenken voor de uitvoering of van de visie.
‘Heel goed dat de gemeente aangeeft waar ze naartoe wil. Ik wil eraan toevoegen dat hoogbouw niet de enige manier is om te verdichten. Dat kun je ook doen door lagere bouwblokken met grote oppervlakten te maken’, zei Irma van Oort van architectenbureau KCAP.
Het aanbrengen van groen op hoogbouw, ook een wens van de gemeente, is iets waar Boudewijn Hellingman van ontwikkelaar Provast al ervaring mee heeft. Het bleek een kwestie van trial and error bij de ontwikkeling van twee blokken van 100 en 120 meter aan de Grotiusplaats in Den Haag. ‘Op zulke hoogte is het in een stad een zee lastig om dat groen op zijn plaats te houden. Ook is de zilte lucht niet echt goed te zijn voor het groen. We lossen het op door bewoners straks de verantwoordelijkheid te geven voor het groen.’
Toch valt het met die hoogte in Nederland best mee, toonde Gideon Maasland van architectenbureau MVRDV met illustraties. ‘De skylines van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zijn niet meer dan plinten in vergelijking met die van Dubai. Het zou fijn zijn als Nederlandse hoogbouw in internationaal perspectief wordt gezien.’
Eensgezindheid was er aan tafel over de noodzaak om anonimiteit en eenzaamheid te bestrijden die bij hoogbouw op de loer liggen. Gemeenschappelijke voorzieningen zijn daarop een antwoord, zei Gerad Schoenaker van ontwikkelaar Sens Real Estate.
Het liefst ziet Marcel Wijermans van de gemeente Den Haag samenwerking op gebiedsniveau om te voorkomen dat er alleen op zichzelf staande torens verrijzen. Gevraagd of ontwikkelaars bereid zijn om bij gebiedsontwikkeling samen te werken met concurrenten, gaven Hellingman (Provast) en Schoenaker (Sense) een duidelijk ‘ja’.