De inauguratie van het kabinet-Schoof is inmiddels een halfjaar geleden, en langzamerhand begint de uitwerking van het nieuwe beleid vorm te krijgen. Voormalig woonminister Hugo de Jonge (CDA) is lang en breed vertrokken en inmiddels zwaait minister Mona Keijzer (BBB) de scepter over het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Welke verwachtingen heeft de vastgoedsector?
Hoewel de omzet en de boekwaarden voor vrijwel alle sectoren stijgen, verwacht het merendeel van de vastgoedprofessionals dat de economie volgend jaar minder hard zal groeien dan voorheen.
Voldoende woningen bouwen gaat ook onder minister Mona Keijzer niet lukken. Dat is de stellige overtuiging van het overgrote deel van de bouwwereld, blijkt uit de periodieke Bouw- en VastgoedMonitor. 'Dit kabinet ziet niet dat er enorme samenhang is tussen de problemen.'
Compact, duurzaam, gelegen nabij een intercitystation in een van de grote steden en volledig ESG-proof: een kantoor dat niet aan deze eisen voldoet krijgt het moeilijk. Maar of de duurzaamheidsambities bij kantoren ook haalbaar zijn, is een tweede.
De plannen van het Kabinet-Schoof worden met gemengde gevoelens ontvangen door professionals uit de bouw- en vastgoedsector. Maar waar gebrek aan capaciteit bij gemeenten een grote uitdaging vormt, zijn er ook kansen om de plannen tot een succes te brengen.
Vergeleken met 2023 laat de vastgoedsector een positieve omzetontwikkeling zien. In juni lag de omzet 3,2 procent hoger dan een jaar geleden; de verwachting voor juli is eveneens positief (+2,3 procent).
De vastgoedsector is sceptisch over het hoofdlijnenakkoord van het Kabinet-Schoof. De plannen van coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB worden overwegend negatief ontvangen.
Bijna twee derde van de professionals denkt dat de vastgoedbeleggingsmarkt dit jaar aantrekt. Of het nu tijd is om daarnaar te handelen, daarover zijn de meningen verdeeld. Zo ook over het nieuwe kabinet.
Twee derde van alle te bouwen woningen moet vallen in het betaalbare segment. Naast het bouwen van 981.000 woningen tot 2030 - met een gemiddelde opgave van 100.000 woningen per jaar - is dat de voornaamste doelstelling van het Programma Woningbouw.
Kortere procedures, voldoende betaalbare woningen, en een eerlijke verdeling (waarbij urgent woningzoekenden een betere kans krijgen op een passende woning). Daartoe moet de Regiewet gaan bijdragen. Met de wet krijgt het Rijk een regierol op hoeveel, waar, en voor wie gebouwd wordt. De vastgoedsector heeft daar echter weinig fiducie in.
