Ook in het vierde kwartaal van 2018 daalde de vastgoedconjunctuur in Nederland. De Deutsche Hypo Real Estate Economy Index (Reecox) stond aan het einde van het jaar op 191,3 punten, vier procent lager dan de waarde in het voorgaande kwartaal.
Na een 3,3 procent verlies in het vierde kwartaal en een ferme tik in december 2018 (-6,3 procent), is de GPR 250 Index het kalenderjaar 2018 nauwelijks van de plaats gekomen en uiteindelijk 0,3 procent hoger afgesloten.
December was een moeilijke maand voor beursgenoteerd vastgoed wereldwijd. De Developed Europe Index verloor 4,9 procent in december, waardoor de jaarlijkse prestaties van de index op -7,7 procent uitkwamen.
De Europese beursgenoteerde vastgoedaandelensector - zoals gerepresenteerd door de GPR 250 Europe Index - is in december 2018 5,7 procent lager gesloten. Het totaalrendement voor het kalenderjaar 2018 is daarmee op -8,8 procent is uitgekomen.
De Nederlandse vastgoedmarkt heeft in de eerste helft van 2018 een duidelijke neergang laten zien ten opzichte van 2017.
Beleggers in de EPRA Nederland index zullen 2018 waarschijnlijk het liefst zo snel mogelijk willen vergeten. Vanaf begin december 2017 tot begin deze maand moest de index bijna een kwart (-23,9 procent) inleveren. Tel uit je verlies!
November liet een gemengd beeld zien voor de landen in EPRA Developed Europe Index, die de maand 0,9 procent lager afsloot. Onder de top 3 bevonden zich Duitsland, Finland en België, die respectievelijk 4.04 procent, 2.77 procent en 1.75 procent totaalrendement opleverden.
In november 2018 liet de wereldwijde vastgoedaandelensector een stijging zien van 4,0 procent, met op continentaal niveau winsten voor Afrika (6,1 procent), Azië (4,9 procent), Amerika (4,8 procent) en Oceanië (3,2 procent).
De Europese beursgenoteerde vastgoedaandelensector - zoals gerepresenteerd door de GPR 250 Europe Index - is in november 2018 0,7 procent lager gesloten.
Beleggingen in Europees niet-genoteerd vastgoed hebben in het derde kwartaal een totaalrendement opgeleverd van 1,97 procent. Dat betekent een kleine terugloop in vergelijking tot de 2,19 procent in het tweede kwartaal.
