Nederland is een van de dichtstbevolkte landen ter wereld en heeft een dichte en korrelige winkelstructuur ontwikkeld in de directe omgeving voor alle bewoners.
Zo liggen de supermarkten op vijf tot tien minuten loopafstand voor de bewoners van stedelijke gebieden. De meeste supermarkten bevinden zich in gemakswinkelcentra (convenience-centra) in het midden van een woonwijk; deze centra bieden een handige en efficiënte ruimte voor de aankoop van basisbehoeften, zoals eten en dagelijkse verzorging. Non-food boodschappen worden vooral gedaan in de binnenstedelijke (vergelijkings)winkelgebieden die ook F&B, vrije tijd en vermaak bieden.
Grote (mega-)winkelcentra
Grote (mega-)winkelcentra in de periferie komen in andere landen veel voor, maar zijn in Nederland nauwelijks aanwezig. De belangrijkste reden hiervoor is het strenge Nederlandse ruimtelijke ordeningsbeleid dat sinds de jaren zestig van de vorige eeuw consequent wordt toegepast. Dit is de eerste van drie elementen die convenience-vastgoed toekomstbestendig maken. Het beperkte aanbod van nieuwe uitbreidingslocaties op lange termijn zorgt ervoor dat de vraag hoog blijft.
Sterke economische groei
Het tweede element om onze retail futureproof te maken, is de sterke Nederlandse economie met haar continue en sterke groei (2,5 procent) en ondersteund door fiscale beleidsstimuli, hoge werkgelegenheidsgraad (>96,5 procent) en lage staatsschuld en rentetarieven. De gemiddelde koopkracht groeit gestaag (1,5 procent in 2019), waardoor het inkomen sneller groeit dan het gemiddelde prijsniveau en er meer goederen en diensten kunnen worden ingekocht (bron: CPB). Bovendien blijft de bevolking aanzienlijk groeien met een verwachte groei van 5 procent voor de komende 5 jaar.
Stijging van totale detailhandelsverkopen
De sterke economie in combinatie met de demografie heeft geleid tot een stijging van de totale detailhandelsverkopen sinds 2014. Deze stijgende detailhandelsverkopen zijn het derde element dat de Nederlandse convenience-sector toekomstbestendig maakt.
Omzet van food en non-food
Wanneer we de omzet van food en non-food met elkaar vergelijken, is het verschil duidelijk. De ontwikkeling van de omzet van food is de afgelopen 10 jaar positief geweest. De omzet van non-food is sinds 2014 weer gestegen, na een daling als gevolg van de crisis tussen 2008 en 2014. In 2019 heeft de stijging van de omzet in food- en non-food-retail respectievelijk 1,4 procent en 2,7 procent bereikt. Naast de stijging van de totale detailhandelsverkopen (+3,3 procent) in 2019, stegen ook de online detailhandelsverkopen (+16,0 procent).
Online bestedingen
Interessant is dat deze stijging groter was dan die van de high street sales. Daardoor steeg het aandeel van de internetverkopen in de totale retailverkopen tot ongeveer 10 procent. Het aandeel van de online bestedingen en de groei daarvan verschilt sterk per sector. De groei van het aandeel van de online bestedingen in de foodsector is het laagst. Online supermarktverkopen vertegenwoordigen slechts 3,0 procent van de totale omzet van de supermarkt (Bron: Supermarkt & Ruimte, 2019).
Strategie gericht op convenience-centra
Door de positieve groeiontwikkelingen in foodverkopen en de beperkte invloed van online retailverkopen op food heeft Altera haar strategie gericht op convenience-centra en standalone supermarkten. Deze centra hebben een beperkt en beheersbaar risico, wat wordt ondersteund door een hoge bezettingsgraad van dit type winkelcentrum en een laag aantal faillissementen en huurderswisselingen. De centra hebben een bewezen staat van dienst als stabiele en winstgevende beleggingen met een totaal fondsrendement van meer dan 5 procent. (Bron: Colliers, 2020 'Convenience centra floreren: We hebben nul procent leegstand'.)
Dit artikel is gesponsord door Altera
Bezoek ook het partnerdossier op Vastgoedmarkt.nl