Gemeente kan corporatie niet verplichten huizen op te kopen

Gemeente kan corporatie niet verplichten huizen op te kopen

De gemeente Rotterdam kan woningcorporatie Woonbron niet verplichten om mee te betalen aan de sloop van particuliere huizen in de wijk Carnisse.

Dat heeft minister Ollongren gezegd in een bindende uitspraak in een meningsverschil tussen de Woonbron en de gemeente. In de Woningwet is geen sprake van een hiërarchische verhouding in de lokale driehoek van gemeente, corporatie en huurdersorganisaties, aldus de minister.  Waar de gemeente nu het geld vandaan haalt is nog niet duidelijk, omdat ze eerder al beleggers buiten de deur hield.
Texelsestraat, Rotterdam, het gaat niet per se over deze huizen.
Voor het opkopen van de panden in de Texelsestraat had de gemeente gerekend op geld van Woonbron, ongeveer tien miljoen euro. De corporatie vindt dat zij geld van haar huurders niet mag inzetten voor het opkopen van huizen die door particulieren niet goed zijn onderhouden. Woonbron en de gemeente hebben het geschil voorgelegd aan een speciale geschillencommissie. Die vindt dat Rotterdam de corporatie niet mag dwingen. Minister Ollongren neemt die uitspraak over. De gemeente bestudeert het advies van de geschillencommissie. Ook gaat Rotterdam in gesprek met het Rijk om te zoeken naar geld voor de sloop van de huizen in de wijk Carnisse. Tijdens deze collegeperiode zijn de aankopen van private partijen al gefinancierd, dus het gaat over de voorbereidingen van de financieringen van aankopen over vijf jaar.
Wethouder Kurvers.
Foto: Marc Nolte

10 miljoen

De gemeente Rotterdam verzocht de minister een bindende uitspraak te doen omdat Woonbron, onder de voorwaarden die de gemeente Rotterdam stelde, geen extra investering wilde doen uit eigen middelen voor de aanpak van de particuliere woningvoorraad van Rotterdam-Zuid. De sociale en fysieke aanpak is onderdeel van de Rotterdamse Woonvisie en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. In dat kader verlangde de gemeente van Woonbron een extra investering van 10 miljoen euro voor de sloop en herontwikkelingen van particuliere woningen.

Daar waar het bouwen, beheren en verhuren van huurwoningen tot een huur van ca. 720 euro per maand voor woningcorporaties geldt als een publiek opgedragen taak en aangemerkt wordt als Dienst van Algemeen en Economisch Belang (Daeb), gelden andere investeringen bijvoorbeeld in commercieel vastgoed of ander particulier bezit als niet-Daeb. Dus niet voor woningbouwverenigingen.

Verder praten

Het is volgens minister Ollongren nu aan betrokken partijen om opnieuw met elkaar in overleg te gaan. De Rotterdamse corporaties en de gemeente, hebben voorafgaand aan de indiening van het geschil al laten weten dat zij ongeacht de uitspraak gecommitteerd blijven aan de afspraken uit het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid.

Beleggers buiten de deur

In december 2018 zette de gemeente het zware geschut in bij de verwerving van 138 woningen aan de Urkersingel en de Walchersestraat en een bedrijfsvestiging aan de Bevelandsestraat. In samenwerking met corporatie Woonbron probeerde de gemeente deze in het kader van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) te verwerven. Geregeld gooien beleggers echter zand in de machine. Door gebruik te maken van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten (WVG) moesten bewoners hun huis nu eerst aanbieden aan de gemeente. 'Een forse maatregel', erkende wethouder Bas Kurvers in december 2018. 'Maar die nemen wij niet lichtvaardig. We willen voorkomen dat de vele beleggers die de laatste tijd de weg vinden naar Rotterdam toekomstige ontwikkelingen onmogelijk maken.'

Francine Bardoel

Francine Bardoel

Eindredacteur Vastgoedmarkt/de Architect

Francine werkte van december 2018 tot en met december 2019 voor Vastgoedmarkt en de Architect als eindredacteur.

Bio:

-2011-2019 Hoofdredacteur Universiteit van Tilburg, Univers

-2005-2011 Hoofdredacteur website, krantenpagina en magazines bij de provincie Utrecht

-Voor 2005 Regisseur en programmamaker bij diverse omroepen

Mustread voor vastgoed:

Italo Calvino, De onzichtbare steden. In  dit boek brengt Marco Polo verslag uit van zijn reizen aan zijn gastheer, de machtige Kublai Kan, Keizer der Tataren. Langzaamaan beseft de keizer echter dat hem fictieve plaatsen worden beschreven, die alle verwijzen naar Marco Polo's eigen stad. Dit boek laat prachtig zien dat je de gebouwen uit je jeugd altijd het mooist blijft vinden.