Nog geen rust voor de FBI

Nog geen rust voor de FBI
Kingsfordweg 43-117 in Amsterdam

Het intrekken van het wetsvoorstel voor de afschaffing van de dividendbelasting werd door vastgoedbeleggers die kwalificeren als zogeheten Fiscale Beleggingsinstelling ('FBI') met gejuich ontvangen.

Hun ‘eigen’ wetsvoorstel waarbij het beleggen in Nederlands vastgoed door FBI’s vanaf 2020 niet meer mogelijk was, kon daarmee namelijk ook de prullenbak in. Immers, als er weer dividendbelasting kan worden geheven over de winstuitkeringen van FBI’s, verlaagt dat het risico dat er helemáál geen belasting wordt geheven over de resultaten uit vastgoedbeleggingen.

Het verhaal lijkt evenwel nog niet helemaal klaar te zijn. Tijdens de behandeling van de het belastingplan in de Tweede Kamer werd namelijk door staatssecretaris van Financiën Menno Snel aangekondigd dat er een nadere studie wordt verricht naar het ‘oneigenlijk’ gebruik van het FBI-regime door vooral buitenlandse beleggers waarbij de beleggingsopbrengsten vaak zonder inhouding van dividendbelasting het land uit gaan. En waar dat nodig is, zal het FBI-regime hierop waarschijnlijk nader worden aangepast.

Een tijdslijn wordt hierbij niet aangegeven, maar realistisch bezien hoeft dat niet lang te duren en zou dat ergens in 2019 tot nadere berichten kunnen leiden. Een interessante ontwikkeling vormt hierbij een recente uitspraak van de Rechtbank in Breda van 23 november 2018. Een zogenaamd Duits ‘Immobilien Sondervermögen’ (een entiteit die in Nederland nog het meest weg heeft van een fonds voor gemene rekening) belegt rechtstreeks in (onder meer) Nederlands vastgoed en claimt in Nederland hiervoor de FBI-status.

De Duitsers

Er zijn best veel van dergelijke buitenlandse beleggingsfondsen - vooral Duitse - die hierover al jarenlang met de Nederlandse Belastingdienst overleggen. De Belastingdienst weigert de FBI-status toe te kennen omdat zij de bui al ziet hangen: omdat het buitenlandse beleggingsfonds niet onderworpen is aan de Nederlandse dividendbelasting, vindt geen enkele belastingheffing (vennootschapsbelasting noch dividendbelasting) plaats over de vastgoedresultaten. Desondanks stelt de Rechtbank het Duitse Sondervermögen in het gelijk, omdat dit fonds naar aard en inrichting grote gelijkenissen vertoont met een Nederlands fonds voor gemene rekening, en dat een dergelijk Nederlands fonds zonder problemen de FBI-status zou krijgen.

Vervelend voor de Nederlandse Belastingdienst, want die uitspraak is door meer geïnteresseerde buitenlandse partijen met belangstelling bekeken. Aangenomen wordt dat deze rechtszaak in hoger beroep en misschien ook tot de Hoge Raad vervolgd zal worden. Ook kan er vanuit worden gegaan dat in de eerdergenoemde studie van het Ministerie van Financiën de gevolgen van deze uitspraak worden meegenomen. Een aanpak zou kunnen zijn de aandeelhouderseisen van de FBI aan te scherpen, zodanig dat als aandeelhouders alleen kunnen kwalificeren natuurlijke personen, vergelijkbare buitenlandse FBI’s dan wel buitenlandse lichamen die - als zij in Nederland zouden zijn gevestigd - zouden zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting (bijvoorbeeld pensioenfondsen). Het FBI-regime zelf hoeft hiervoor niet op de schop.

De dupe

Het is jammer dat de Nederlandse FBI’s opnieuw de dupe lijken te worden van deze ontwikkeling. Terwijl zij - juist nu - ervoor hebben gepleit om vanuit het bestaande FBI-regime naar een tailor made FBI-regime te komen voor vastgoedbeleggingen, zoals in andere landen om ons heen ook het geval is. Wat op zich een interessante ontwikkeling is. Immers, het begrip ‘passief beleggen’ heeft anno 2018 in vastgoedland een hele andere betekenis, dynamiek en verschijningsvorm dan het ‘simpelweg’ voor tien jaar verhuren van een voor de huurder licht aangepast kantoorgebouw. Hierover (ook) na te denken en dit actief mee te nemen in de nu toch al uit te voeren studie door het Ministerie van Financiën maakt het FBI-regime pas echt klaar voor de toekomst. En geeft positieve energie.

Over de auteur:
Wiebe Brink is partner van Ernst & Young Belastingadviseurs LLP

Deze analyse verscheen in Vastgoedmarkt van december 2018.